Transition models
Op deze pagina vindt U in de rechter kolom een aantal modellen aangaande transitie. Met name van een aantal belangrijke auteurs en denkers, die zich bezig hebben gehouden met dit fenomeen: Clare Graves, Ervin Laszlo en Ken Wilber. In hun boeken en online is gelukkig heel veel te vinden omtrent hun gedachtegoed in deze.
Wij hebben er heel veel uit kunnen leren en dienovereenkomstig hebben we hun gedachtegoed, zo mogelijk, aansluitend op hun modellen, systeem dynamisch in beeld gebracht, compatible met al onze modellen.
Het meest in het oog springende en het meest overeenkomstig vorm gegeven model, betreft wel het model van Ken Wilber. De grondslag voor deze compatibiliteit lag reeds verankerd in één van onze modellen, waarin we de polaire dynamiek tussen het ik en het wij op de verticaal enerzijds en de duale dynamiek tussen het zelf en de ander / het andere op de horizontaal anderzijds reeds hadden uitgewerkt, alvorens we kennis mochten nemen van Ken Wilber zijn model in deze.
Daarmee ontstond de mogelijkheid een dynamiek tussen het individuele en het collectieve op de verticaal en het interne en het externe op de horizontaal te positioneren. In het betreffende model van Ken Wilber vindt U dat verder uitgewerkt, zie aldaar.
Met een schematisch gezien kleine nuancering: door individual en collective op de verticaal en internal en external op de horizontaal te plaatsen, ontstond er ruimte voor zijn vier beroemde kwadranten: I en WE, op respectievelijk het linksboven kwadrant en het linksonder kwadrant aan de internal zijde en of subject betrokken zijde; en IT en ITS respectievelijk in het rechtsboven en rechtsonder kwadrant aan de external zijde en of object betrokken zijde.
Het denken over transitie is deels harde noodzaak, gezien de bemerkingen van Ervin Laszlo en deels ook een mogelijkheid om je steeds te vergewissen, dat het altijd anders en of beter kan, gezien de bemerkingen van clare Graves, mits je niet zo maar in het wilde weg wilt vernieuwen om het vernieuwen. In onze optiek brengt dat niks. In dat opzicht biedt Ken Wilber een helder denkraam.
Het gaat wezenlijk om de voortdurende bereidheid te willen leren en te willen onderzoeken. Na te denken en vooruit te denken, om hetgeen zich voordoet niet zozeer als een probleem op te vatten dan wel als een uitdaging daar ook werkelijk iets aan te gaan doen.
Als je online rond neust, ontdek je zoveel talent, zoveel kennis en zoveel creativiteit in onze wereld, dat je je verbazen mag over het feit dat er naast heel veel goeds ook zoveel fout gaat. Denk alleen maar aan de huidige milieu en klimaat crisis, om over de gevolgen maar juist niet te zwijgen. Blijkbaar kunnen we zoveel meer dan we feitelijk willen waarmaken. Het oude spreekwoord luidt: waar een wil is, is een weg. Maar wellicht moet die wil dan nog wel vrijgemaakt en geschoold worden. Waar vindt dat nog plaats?
Daar komt het feitelijk op aan, niet alleen helder en duidelijk te denken, maar vooral ook onbaatzuchtig te willen. Dus zowel het denken als het willen dienen vrij gemaakt te kunnen worden van onrechtmatig eigenbelang. Aan een gegeven belang is niets mis, maar wel een belang ten koste van medemens, milieu en aarde.
Hoe komt het dat we ondanks al onze kennis omtrent bijvoorbeeld de gevolgen van bio chemie in de ecologie, denk alleen al aan de bijen, maar dat geldt evenzeer ook voor het bodemleven, toch gewoon doorgaan met een nu door de mens vorm gegeven massa extinctie? En wel op alle niveaus in de kringloop des levens?
We leven op dit moment in de meest paradoxale situatie, dat we ondanks al onze kennis, blijkbaar niet in staat zijn, op tijd een wending te voltrekken, fouten maken mag, maar alwetend afstevenen op een rampscenario?
Blijkbaar zien we iets over het hoofd binnen het wetenschappelijke ontologische paradigma en dat is dat met de uitsluiting van het subjectieve, de subjectieve willekeur nog stormachtiger haar intrede heeft gedaan. Naar de mate we in het objectieve domein vorderden, hadden we ook werk moeten maken van het subjectieve domein. Vandaar dat we binnen artesS verband, beogen te werken aan de voortdurende wisselwerking tussen een subject betrokken en een object betrokken approach, in deze het functionele paradigma.
Helder en duidelijk denken is dan niet meer voldoende, de wil ook het ware, schone en het goede na te streven, vraagt evenzeer een voortdurende oefening, om zich vrij te maken van de subjectieve willekeur van het egoïstische belang. Ikke, ikke en de rest vermag te stikken? Kortom geraken we hiermee niet op een heilloze weg. Aan U om het verschil te maken in deze wending naar het ware, schone en goede wils-streven. U bent van harte welkom.