Vrije school
Deze grammen, tekst en uitleg zijn gemaakt in samenwerking met Ivon Hummel voor het Karel de Grote College.
Het project ‘Levende lessen’ bestaat uit vier werkgebieden:
1. Waartoe onderwijzen wij ( visie en missie)
2. Wat is de inhoud van onze lessen ( curriculum )
3. Wanneer behandelen we iets ( leeftijdsfasen )
4. Hoe brengen we het ( didactiek )
1. Het doel
Op de vrije school zien we de mens als komend uit de geest met voornemens. Hoe kunnen die hier en nu gewekt worden en hoe kunnen jonge mensen aansluiting vinden in de wereld. Hoe kan lesstof incarnatiestof zijn, zo dat de hele mens wordt aan gesproken in lichaam, ziel en geest. Lessen zijn deels op incarnatie gericht, om aan te komen en deels op levensstof om de bio-grafie mogelijk te maken: het leven schrijven. Incarnatie maakt de biografie mogelijk.
Tekst bij het eerste dynagram over leren-leren:
Het waarom - het waartoe - van ons onderwijs, is de pedagogische verhouding tot de leerstof.
a. Leervraag (leeftijdsfase gebonden)
uitgangspunt is de klas
b. Leerinhoud (lesstof/wat)
leraar onderzoekt waar het eígenlijk over gaat
c. Leerdoel (waartoe) wát je wil
en de leeftijd bepalen het hoe
d. Leerproces (didactiek/hoe)
vragen komen uit de input - leerling
Vanuit het verleden - karma - komt de ziel op aarde. Dit is het inwikkelen, een weven van erfelijkheidsstromen, cultuur, tijdgeest en persoonlijkheid - incarneren. Er wordt lesstof aangereikt, we willen aanslaan, beroeren, opdat de leerling kan instappen, zich verbinden.
Dan kunnen toekomst kiemen zich ontwikkelen - als ontwaken aan de lesstof - er wordt appél gedaan, iets wordt wakker, wilskracht naar buiten brengen, de biografie schrijven – Dharma (levensweg).
De leraar biedt iets aan, het is aan de leerling of hij er iets mee doet, of hij zich laat onderwijzen
De vier stappen van de onderzoeksmethode maken de leraar tot leerling, tot mens in ontwikkeling. Het gaat niet om het dumpen door de leraar of het spuien door de leerling. Leerstof = op onderzoek uitgaan samen.
De leraar brengt levende stof opdat de leerling zijn leven kan stofferen= individualiseren. Het inwikkelen ( incarneren) en ontwikkelen (bio-grafie) is een weven.
2. Het Curriculum
In het onderwijs spreken we van Lesstof... dode stof verwaait in de wind, levende kiemen groeien mee.
In de lesstof willen we zoeken naar: waarmee laat ik de leerling landen= incarnatiestof. En: wat is inspirerend, waarbij iets gewekt wordt, iets meegegeven wordt voor op weg = levensstof.
Hoe kan de lesstof leraren en leerlingen inspireren. Onderwijs als onderzoek…
We gaan onderzoeken wat er werkt in de werkelijkheid - het geestelijke - dat verbindt mens en wereld. Vrije scholen in Nederland kunnen allang niet meer hun eigen leerplan bepalen. Wij als leraren moeten aan het werk om ook de examenstof zo te doorwerken dat het voor de leerlingen tot leven komt, dat het er toe doet!
Het Leerplan is momenteel een actueel vraagstuk – we zitten midden in ontwikkelingen van curriculum hervorming: het Platform Onderwijs 2032 werkt aan nieuwe voorstellen, het curriculumbed wordt opgeschud. We willen leraren stimuleren tot een actieve rol in de curriculum ontwikkeling. Bewustzijn wekken bij leraren, opdat ook voor leraren lesstof ontwikkelingsstof wordt. Geïnspireerde leraren kunnen ook de leerlingen inspireren.
De hoofdvraag van dit onderdeel van het project ‘levende Lessen’ is : Wat is onze leerstof en waarom eigenlijk: die zoektocht vraagt om een onderzoek methode.
Alle vakken hebben andere stofinhoud, maar het proces gaan we samen
De geworden wereld tot leven wekken, tot beeld (Alles Vergängliche ist nur ein Gleichnis - Goethe). Dat zijn levende lessen die bevrijdend werken, omdat ze inspireren, tot iets aanzetten, ons leren: het leven doet er toe.
Tekst bij het tweede dynagram : Methodische onderzoek route, een stappenplan
Net als dat onze leerlingbespreking een tasten is naar wie die mens eigenlijk is - waar stappen voor nodig zijn, om een weg te gaan: van waarnemen en gewaarworden, via bezinnen naar handelen - zo heeft deze leerplanbespreking ook vier stappen, een weg van ‘the senses to the spirit’.
We willen onderzoeken: wat werkt er in de werkelijkheid. Dat te oefenen, daar gaat het om
Stap 1. Is de exacte observatie, het verzamelen van de feiten, de waarneming = open dating, het fysieke niveau
Stap 2. Is de lijnen ontdekken, de samenhang tussen de losse feiten, de dynamiek ontdekken, de beeldvorming = axial dating, het etherische niveau
Stap 3. Is komen tot een begrijpend oordeel waar dit eigenlijk over gaat, het fenomeen spreekt zich uit, de begripsvorming = conceptual dating / astraal niveau
Stap 4. Is wat je ermee kan, de toepassing, de handelingsimpuls die werkzaam wordt = functional dating / ik niveau
Van stap 1 naar 2 oefenen we ( denkend ) imaginatie: feiten worden levende beelden
Van stap 2 naar stap 3 oefenen we ( voelend ) inspiratie – wat beluister ik, wat spreekt hieruit
Van stap 3 naar stap 4 oefenen we ( tastend ) intuïtie – wat vermoed ik wat er gewild kan worden waar gaat dit eigenlijk over
Van stap 4 naar stap 1 oefenen we ( al doende ) oorspronkelijk handelen: doe ik wat er gedaan moet worden – handelen uit de geest
Tekst bij het derde dynagram : Ontwikkelingsweg
De ontwikkeling van levende lessen is een cyclische weg, die we in de natuur en in religie terug zien (als omgekeerde cultus, van materie naar geest)
Een weg die je gaat van je Interesseren (1) voor een onderwerp, hernemen (2) wat je hebt waargenomen, dan ruimte maken om dit alles op te nemen (3) opdat de essentie tot openbaring kan komen en verwerkelijkt (4) kan worden
Stap 1 is in de natuur als de bloem, die zich opent – In ons proces is het je laten aanspreken, met verwondering als basishouding. In de cultus is het: de communie, je verbinden
Stap 2 is in de natuur als de vrucht, die rijpt – In ons proces is het een behoedzaam tasten, met eerbied als basis houding. In de cultus is het: verwandelen, het omvormen
Stap 3 is in de natuur als het zaad, wat sterft om nieuw leven mogelijk te maken – In ons proces is het gehoor geven aan met vroomheid als basis houding. In de cultus is het: het offer, ruimte maken
Stap 4 is in de natuur als het blad, wat groeit – In ons proces is het toewijding, met tegenwoordigheid van geest als verworvenheid. In de cultus is het: de openbaring, ont-wikkelen
Van stap 1 naar 2 gaat het om Transfiguratie – geleidelijke stappen ( van observatie naar beeldvorming – door zien)
Van stap 2 naar 3 gaat het om Transformatie – omkering, metamorfose ( van beeld naar begripsvorming - door luisteren)
Van stap 3 naar 4 gaat het om Transsubstantiatie – verheffen ( van begrip naar intentie – wordt tot impuls)
Van stap 4 naar 1 gaat het om Transmutatie – een sprong ( van intentie naar handeling – door doen)
Tekst bij het vierde dynagram : Metaforen zoeken
Metaforen kunnen - als bruggetje - helpen te verstaan: hoe lesstof levensstof wordt, hoe uitwendig en inwendig samenhangen
Stap 1 is verzamelen, stap 2 is bewerken, stap 3 is beklijven, stap 4 is schenken, inzetten
Bv bij Voedsel: boodschappen doen – bereiden – eten – wordt werkzaam
Bv bij Puzzelen: stukjes neerleggen – samenstellen ( hoekjes, randjes) - completeren – presenteren/plaatje laten spreken