Algemeen, Groeicyclus
Het hier benutte gram is een dynagram. Hier wordt oost links, zuid boven, west rechts en noord onderin gepositioneerd.
Yang slaat om of gaat over in yin en yin slaat om of gaat over in yang, als een continu voortdurende cyclische beweging.
Deze afwisseling van yang en yin kan iedereen observeren in de werkelijkheid, bijvoorbeeld in de afwisseling tussen zomer en winter, maar ook tussen middag en midnacht, tussen warmte en koude, tussen verspreiden en verzamelen.
Yang staat boven en yin staat onder in het yin-yang symbool. Wij plaatsen deze verschillende doch analoge stadia op dezelfde posities in het bovenstaande dynagram. Zie, voor het gemak, ook onderstaande twee rijtjes.
Wat maakt en of veroorzaakt dat we in bovenstaande twee rijtjes, 5 analoge begrippen kunnen plaatsen?
Zowel in systeem dynamiek, zoals wij dat binnen artesS vormgeven, als ook in het yin-yang concept gaat het om het opsporen en duiden van mogelijke dynamieken en/of bewegingen. Bewegingen die, wanneer je ze gaat zien, overal zult gaan herkennen.
De aard van een bepaalde dynamiek kan je weer preciseren in bijvoorbeeld 4 wezenlijk samenhangende bewegingen, zoals daar zijn: een autonome (links), discentrische (boven), heteronome (rechts) en concentrische (onder) dynamiek en of beweging.
Dit betekent dat yin / winter / nacht / koud / verzamelen relatief een concentrische (richting het centrum bewegende) dynamiek in zich draagt en yang / zomer / dag / warm / verspreiden een discentrische (weg van het centrum bewegende) dynamiek.
Het is niet met één druk op de knop zomaar zomer in de winter of vice versa. De overgang van de winter naar de zomer en andersom betreft nog een heel proces, die we respectievelijk aanduiden met lente en herfst . Bovendien is het proces van winter naar zomer en van zomer naar winter beduidend verschillend. Van winter naar zomer vindt er in de lente ontkieming, stijging en groei plaats. Van zomer naar winter vindt er in de herfst verval, daling en vertering plaats.
Bijgevolg worden de overige twee dynamieken, autonoom of heteronoom, in het dynagram verbonden aan respectievelijk het lente proces of herfst proces.
De lente en of het lente proces wordt links in het dynagram, op de autonome (tegendelige / insluitende) dynamiek gepositioneerd. Op oost, omdat de lente, evenals de ochtend, gekarakteriseerd kunnen worden als een relatief begin met een analoge opbouw, daar waar het aantredende licht zich aandient en de zon weer opgaat en stijgt. Elk begin dat aantreedt, wordt gekarakteriseerd door iets oorspronkelijks, iets nieuws en draagt bijgevolg in zich een autonome dynamiek .
De herfst en of het herfst proces wordt rechts in het dynagram geplaatst, op de heteronome (tegenstellende / uitsluitende) dynamiek gepositioneerd. Op west, omdat de herfst, evenals de avond, gekarakteriseerd kunnen worden als een relatief einde met een analoge afbouw, daar waar het licht terugtreedt en de zon weer daalt en ondergaat. Daar waar in de lente opbouw en groei plaatsvindt, daar kan in de herfst weer afbouw en verval plaats vinden. In het avond en herfst proces kan iets worden afgerond en of voltooid, het heeft mogelijk vrucht voortgebracht en kan worden afgegeven en of losgelaten en draagt bijgevolg in zich een heteronome dynamiek.
Zo ook kan de groeicyclus van een plant, dier of mens met deze cyclus gekarakteriseerd worden. We beperken ons hier tot de plant.
Het (autonome) lente proces van de plant begint met de ontkieming van het zaad, dit gebeurt naar gelang de soort, deels onder de grond: er ontstaat een eerste wortel en één of twee blaadjes, het ontkiemde plantje stijgt op en de bladeren dijen uit.
Het plantje groeit in het (discentrische) zomer proces uit tot een plant. Tooit zich, al naar gelang de soort, al of niet met prachtige bloemen, om door middel van verstuiving en bestuiving zich te kunnen verspreiden en voort te planten.
Door de bestuiving kan er vruchtzetting plaatsvinden, zodat er in het (heteronome) herfst proces weer een vrucht kan worden gevormd. Vitaliteit en energie van de plant stroomt via de vrucht uit in het zaad. Als de vruchten rijpen vindt er voltooiing en afronding plaats.
Het herfstproces impliceert dat plant, blad, bloem en vrucht uiteindelijk onontkoombaar een proces ingaan van terugtrekken, verval en verdwijnen. Richting het (concentrische) winter proces trekt de vrucht zich samen in het zaad en uiteindelijk wordt de vrucht verteerd en blijft het zaad achter op en of in de aarde.
De vitaliteit, de energie, de blauwdruk van de plant wordt opgeslagen in het zaad. Het zaad ontkiemt naar gelang de soort pas na een korte of langere periode van stilstand. Doorgaans heeft dit zaad vormende of wortel vormende proces van verzamelen, opslaan en stilstaan tijd nodig. Een tijd waarin het zaad 'zich stil houdt' en 'wacht U het te genaken', aldus een versregel uit een gedicht van Ida Gerhardt.
Voor meer informatie:
De grondslagen van de Chinese Geneeskunde - Giovanni Maciocia, bladzijde 5-6