Keltische jaarfeesten
1) Samhuinn, (ook Samhain gespeld, uitgesproken als [soo-in])gevierd bij volle maan in november of op 31 oktober t/m 2 november. Samhuinn was het einde van het oude en het begin van het nieuwe jaar en markeerde het begin van de winter. De god Samhuinn begint nu de heersen. Hij doodt het ‘zonnehert’, ontvoert diens vrouw, de godin van de vegetatie en neemt haar mee naar zijn onderaards rijk.[5] De vegetatiegodin heerst hier als godin van de dood over de zaden en de zielen. Zij verschijnt als oude grijze vrouw. (Het beeld van de typische heks, Baba Jaga etc.) Wij kunnen waarnemen dat de natuur voor een groot deel is afgestorven. Bomen trekken zich tot op hun takken terug, kruidachtige planten tot op hun wortelstok. De zon is korter aan de hemel dan de nacht duurt. In de natuur heerst het thema van licht en duister en leven en dood. Het zou een tijd kunnen zijn om oude dingen, die niet meer benodigd worden, los te laten.
De kerkelijke feestdagen zijn Allerzielen op 1 november en Allerheiligen op 2 november.
2) Alban Arthan = het licht van de beer, ook Yule, winterzonnewende gevierd op 21 of 22 december. Het is het feest van de kortste dag en de langste nacht, vroeger ook de nacht van de moeder genoemd. In deze nacht wordt het zonnekind, het licht, opnieuw geboren, vanaf hier worden de dagen weer langer. Het feest duurt 12 (heilige) dagen en nachten, hierin kan je het hele jaar terugvinden. Het is een tijd van stilte en naar binnen gaan. En een tijd om alles weg te doen, wat de komst van het licht in de weg zou kunnen staan.
De kerkelijke feestdagen vallen met kerstmis met de geboorte van het kind Jezus Christus op 24 t/m 26 december.
3) Imbolc, het feest van Brighid, gevierd bij volle maan in februari of op 1 en 2 februari. Dit feest markeert het einde van het heerschap van Samhuinn en zijn echtgenote. De vegetatiegodin komt nu veranderd te voorschijn als lichte, witte maagd. Zij werd Brighid genoemd, is identiek met de Ostara van de Germanen en verpersoonlijkt de het leven gevende krachten van het Oosten en de nieuwe ochtend. Waar zij zacht de aarde aanraakt beginnen de sappen te stromen. Voor de mensen was dit een tijd van reiniging, de berk staat hier symbool voor: huis en hof werden met bezems uit berkentakken schoon gemaakt, de mensen dronken berkensap om zich ook innerlijk te reinigen en de nieuwe lente tegemoet te zien. Het is de tijd om alles te koesteren, wat in je slaapt.
Het kerkelijke feest van deze tijd is Maria Lichtmis, gevierd op 2 februari.
4) Alban Eilir = het licht van de vernieuwing en de lente, lente-equinox, gevierd op 21 of 22 maart. Dag en nacht zijn even lang maar het licht heeft steeds meer aan kracht gewonnen en wint nu van de donkerheid. Het is het begin van de lente, de levenskrachten kunnen opnieuw stromen, het is het afscheid van de winter.
Kerkelijk feest: Pasen op de eerste zondag na de eerste volle maan na de lente- equinox.
5) Beltane, (Belenos = heldere god van het licht en het vuur) gevierd bij volle maan in mei of in de nacht van 30 april op 1 mei. De zonnegod Belenos trouwt met de mooie godin van de vegetatie. Het feest werd gevierd als verering van de mannelijke en de vrouwelijke kracht in de natuur en in de mens. Het was een vruchtbaarheidsfeest. Beltane symboliseerde voor de Kelten dan ook het begin van de zomer.
6) Alban Hefin = het licht van de kust, zomerzonnewende, gevierd op 21 of 22 juni. Het is het feest van de macht en de kracht van de zon en de rijkdom van de aarde. De zon staat op het noordelijkste punt van het noordelijke halfrond, dit betekent, dat het de tijd van de langste dag en de kortste nacht aangebroken is. De vegetatiegodin, die herboren is, maagd en bruid was, is nu zwanger. Het is ook het hoogtepunt en tegelijkertijd het einde van het heerschap van de zonnegod Belenos. Dit feest werd net zoals het tegenoverliggende feest van de winterzonnewende 12 dagen en 12 nachten gevierd.
Het christelijke feest is het Sint Jansfeest op 24 juni.
7) Lughnasadh, ook Lammas: Lug is “de stralende met de vaardige hand”, de god van licht en vuur, het feest werd gevierd bij volle maan in augustus of op 1 augustus. Lug brengt nu alles tot rijping, de godin van de vegetatie verschijnt nu als matrone met het hoorn des overvloeds, is de moeder van het koren, de kostwinner van de wereld. De oogst begint. Dit feest is ook al een voorbereiding op de herfst. Er werden 7, 9, 77 of 99 kruiden verzameld, die genezend en beschermend zullen werken.
Het christelijke feest is Maria Hemelvaart op 15 augustus.
8) Alban Elfed = het licht van de herfst/ het licht van het water, herfst-equinox, gevierd op 21 of 22 september. Dit feest is een zonnefeest, de zon staat in het westen op de grens van donker en licht, dag en nacht hebben dezelfde lengte maar het donker wint aan kracht. Het is het tweede oogstfeest in dankbaarheid aan de moeder aarde en haar rijkdom, de oogst wordt hiermee afgesloten. De god van het licht wordt verslagen door de god van de duisternis. Lugh gaat op weg naar de onderwereld. De godin begint haar rust. Het is de tijd voor het terugdenken en overdenken van wat het afgelopen gebeurd is, onze ervaringen en van dankbaarheid voor de oogst van het jaar.
Het christelijke feest is St. Michaël op 29 september.
Klik deze link voor verdiepende informatie omtrent de jaarfeesten
Achtergrond Keltische jaarfeesten
Uit de scriptie van Anna Bernhardt - Jaarrituelen als natuurgeneeskundig instrument, hoofdstuk4, feb. 2008
(met toestemming van Anna)
Het ritueel:
1. Wat is een ritueel?
Het woord ritus betekent oorspronkelijk ‘gewoonte, gebruik, manier’[1] en is uit het Latijn overgenomen. Een ritueel is “een min of meer geformaliseerde opeenvolging van handelingen die een religieus of sacraal karakter hebben.”[2] Ik stel hier dat een abstracte, maar valide beschrijving van de essentie van een ritueel de volgende is: het ritueel vergezelt of bewerkstelligt de overgang van de ene toestand (fysiek, lichamelijk, geestelijk of sociaal) naar de andere. De overgang van ziekte naar gezondheid is er zo een, een andere is de overgang van de ongehuwde naar de gehuwde staat, weer anderen zijn de overgang van jongeling naar volwassene, van winter naar lente, van gezel naar meester, van leven naar dood etc. Ook veranderingen in het bewustzijn van mensen kunnen zulk een overgang kentekenen.
Elk ritueel heeft een bepaalde structuur. Ik wil het ritueel graag in 4 fasen structureren en eerst kort omschrijven:
I. De voorbereidende fase
In deze fase worden de voorwerpen bij elkaar gezocht die voor het ritueel nodig zijn. Bijvoorbeeld wordt een zaal gehuurd of het huis schoon gemaakt, bloemen besteld (bij een huwelijk bijvoorbeeld) en allerlei andere dingen gedaan, die geregeld moeten worden. Ook de emotionele en mentale voorbereiding op het ritueel neemt hierbij een plek in.
II. Het scheppen van een veld
Men begeeft zich naar de plek waar het ritueel plaats vindt. De deelnemers richten hun gedachtes/gevoelens op het ritueel en nemen hun plek in. Er worden al naar gelang van het ritueel verschillende handelingen uitgevoerd.
III. De symboolfase
Deze fase vormt de kern van het ritueel. Hier vinden de belangrijkste rituele handelingen plaats waarin de deelnemers over een symbolische drempel stappen en in een nieuwe fase terechtkomen. Daarbij worden symbolen gebruikt of symbolische handelingen uitgevoerd. Het woord symbool is afgeleid uit het Oudgrieks en is terug te brengen tot de begrippen ‘samen’ en ‘ballen’.[3] Een symbool verbindt de diepere betekenis van een gebeuren met een tastbaar voorwerp of een zichtbare handeling die zijn geladen met een bijzonder verhaal. Het symbool drukt de essentie ervan uit door middel van een beeld of een gebaar. Rituelen met symbolen beelden uit wat in ons leeft: gevoelens, ervaringen, belevenissen. Ze zetten ons niet alleen aan tot denken, maar ze laten ons vooral ervaren, voelen en doen.
IV. De afsluitende fase/het feest
In deze fase wordt het nemen van de drempel en het belanden in een nieuwe ‘status’ gevierd. Dit kan een groot feest zijn maar kan ook gewoon zijn nog iets met elkaar te praten, te eten en te drinken. In deze fase is het belangrijk om vanuit de wereld van de symbolische handelingen weer op te gaan in het gewone, dagelijkse leven.
In het hoofdstuk over het midzomerritueel zal ik deze fasen nog uitvoeriger gaan beschrijven.
2. Het ritme van het jaar:
De jaarrituelen in het ritme van het jaar werden door onze Keltisch-Germaanse voorouders op bepaalde tijden van het jaar gevierd. Tijd bewoog zich niet in een rechte lijn voort zoals wij dit vandaag vaak beschouwen (je wordt geboren en leeft totdat je sterft) maar alle veranderingen gebeurden in de vorm van een kringloop. Bijvoorbeeld de dag vormde met de ochtend, de middag, de avond en de nacht tot de volgende ochtend een cirkel, ook het leven van een mens verliep cirkelvormig vanaf de geboorte, de kinderjaren, de jeugd, de volwassenheid, de ouderdom tot aan de dood. Met de wedergeboorte, waarin onze West-Europese voorouders geloofden, begon de kringloop opnieuw. Ook het jaar met zijn seizoenen bewoog zich in een cirkel: het groeien van de planten in de lente, de rijpheid van de zomer, de oogst in de herfst en de rust van de vegetatie in de winter, die nodig is om opnieuw te kunnen groeien in de lente.
Er bestaan acht jaarrituelen die als overgang van het ene naar het andere seizoen gevierd werden en worden. Deze acht rituele feesten werden ook als een wiel met acht spaken gezien. (at-mal = achtvorm, vgl. de betekenis van het woord ‘etmaal’) Vier van deze feesten vinden op vaste kardinale punten plaats en zijn door de loop van de zon bepaald. Zij worden daarom ook het kosmische kruis genoemd: de zonnewendes (21 december en 21 juni) en de equinoxen waar dag en nacht gelijk lang zijn (21 september, 21 maart). In het Keltische Britannica werden deze feesten als “Alban” beschreven, dit betekent “het licht”.
De andere vier feesten werden oorspronkelijk bij volle maan in februari, mei, augustus en november gevierd en liggen daarmee precies tussen de andere feesten in. Pas later werden deze feestdagen onder de invloed van de christelijke kerk op 1 februari (Lichtmis), 1 mei, 1 augustus en 1 november (Allerzielen) vast gelegd. Deze vier feesten vormen het zogenoemde aardse kruis. De tijden tussen “de spaken” van het wiel van het jaar werden door onze Keltisch-Germaanse voorouderen als rijken gevoelt die door verschillende goden werden beheerst en daardoor verschillende kwaliteiten hadden. De feestdagen met hun rituelen waren begin en einde van deze verschillende tijden en duidden de grens van de gegeven rijken van de goden aan. Jaarrituelen met hun feestelijk karakter zijn zo dus als sacrale tijden te zien, het zijn tijden van een metamorfose, een overgang en poorten naar een nieuwe hoedanigheid/fase.
De christelijke kerk heeft deze heidense (heide = oorspronkelijk bewoner van de heide) gebruiken verboden en vervolgd of, als dit niet lukte, in hun geloof geïntegreerd.[4] Dit wordt ook duidelijk bij het bekijken van de tijdstippen van de christelijke feestdagen in relatie tot de oorspronkelijke Keltisch-Germaanse feestdagen.
Volgende jaarfeesten werden door onze West-Europese voorouders gevierd:
1) Samhuinn, (ook Samhain gespeld, uitgesproken als [soo-in])gevierd bij volle maan in november of op 31 oktober t/m 2 november. Samhuinn was het einde van het oude en het begin van het nieuwe jaar en markeerde het begin van de winter. De god Samhuinn begint nu de heersen. Hij doodt het ‘zonnehert’, ontvoert diens vrouw, de godin van de vegetatie en neemt haar mee naar zijn onderaards rijk.[5] De vegetatiegodin heerst hier als godin van de dood over de zaden en de zielen. Zij verschijnt als oude grijze vrouw. (Het beeld van de typische heks, Baba Jaga etc.) Wij kunnen waarnemen dat de natuur voor een groot deel is afgestorven. Bomen trekken zich tot op hun takken terug, kruidachtige planten tot op hun wortelstok. De zon is korter aan de hemel dan de nacht duurt. In de natuur heerst het thema van licht en duister en leven en dood. Het zou een tijd kunnen zijn om oude dingen, die niet meer benodigd worden, los te laten.
De kerkelijke feestdagen zijn Allerzielen op 1 november en Allerheiligen op 2 november.
2) Alban Arthan = het licht van de beer, ook Yule, winterzonnewende gevierd op 21 of 22 december. Het is het feest van de kortste dag en de langste nacht, vroeger ook de nacht van de moeder genoemd. In deze nacht wordt het zonnekind, het licht, opnieuw geboren, vanaf hier worden de dagen weer langer. Het feest duurt 12 (heilige) dagen en nachten, hierin kan je het hele jaar terugvinden. Het is een tijd van stilte en naar binnen gaan. En een tijd om alles weg te doen, wat de komst van het licht in de weg zou kunnen staan.
De kerkelijke feestdagen vallen met kerstmis met de geboorte van het kind Jezus Christus op 24 t/m 26 december.
3) Imbolc, het feest van Brighid, gevierd bij volle maan in februari of op 1 en 2 februari. Dit feest markeert het einde van het heerschap van Samhuinn en zijn echtgenote. De vegetatiegodin komt nu veranderd te voorschijn als lichte, witte maagd. Zij werd Brighid genoemd, is identiek met de Ostara van de Germanen en verpersoonlijkt de het leven gevende krachten van het Oosten en de nieuwe ochtend. Waar zij zacht de aarde aanraakt beginnen de sappen te stromen. Voor de mensen was dit een tijd van reiniging, de berk staat hier symbool voor: huis en hof werden met bezems uit berkentakken schoon gemaakt, de mensen dronken berkensap om zich ook innerlijk te reinigen en de nieuwe lente tegemoet te zien. Het is de tijd om alles te koesteren, wat in je slaapt.
Het kerkelijke feest van deze tijd is Maria Lichtmis, gevierd op 2 februari.
4) Alban Eilir = het licht van de vernieuwing en de lente, lente-equinox, gevierd op 21 of 22 maart. Dag en nacht zijn even lang maar het licht heeft steeds meer aan kracht gewonnen en wint nu van de donkerheid. Het is het begin van de lente, de levenskrachten kunnen opnieuw stromen, het is het afscheid van de winter.
Kerkelijk feest: Pasen op de eerste zondag na de eerste volle maan na de lente- equinox.
5) Beltane, (Belenos = heldere god van het licht en het vuur) gevierd bij volle maan in mei of in de nacht van 30 april op 1 mei. De zonnegod Belenos trouwt met de mooie godin van de vegetatie. Het feest werd gevierd als verering van de mannelijke en de vrouwelijke kracht in de natuur en in de mens. Het was een vruchtbaarheidsfeest. Beltane symboliseerde voor de Kelten dan ook het begin van de zomer.
6) Alban Hefin = het licht van de kust, zomerzonnewende, gevierd op 21 of 22 juni. Het is het feest van de macht en de kracht van de zon en de rijkdom van de aarde. De zon staat op het noordelijkste punt van het noordelijke halfrond, dit betekent, dat het de tijd van de langste dag en de kortste nacht aangebroken is. De vegetatiegodin, die herboren is, maagd en bruid was, is nu zwanger. Het is ook het hoogtepunt en tegelijkertijd het einde van het heerschap van de zonnegod Belenos. Dit feest werd net zoals het tegenoverliggende feest van de winterzonnewende 12 dagen en 12 nachten gevierd.
Het christelijke feest is het Sint Jansfeest op 24 juni.
7) Lughnasadh, ook Lammas: Lug is “de stralende met de vaardige hand”, de god van licht en vuur, het feest werd gevierd bij volle maan in augustus of op 1 augustus. Lug brengt nu alles tot rijping, de godin van de vegetatie verschijnt nu als matrone met het hoorn des overvloeds, is de moeder van het koren, de kostwinner van de wereld. De oogst begint. Dit feest is ook al een voorbereiding op de herfst. Er werden 7, 9, 77 of 99 kruiden verzameld, die genezend en beschermend zullen werken.
Het christelijke feest is Maria Hemelvaart op 15 augustus.
8) Alban Elfed = het licht van de herfst/ het licht van het water, herfst-equinox, gevierd op 21 of 22 september. Dit feest is een zonnefeest, de zon staat in het westen op de grens van donker en licht, dag en nacht hebben dezelfde lengte maar het donker wint aan kracht. Het is het tweede oogstfeest in dankbaarheid aan de moeder aarde en haar rijkdom, de oogst wordt hiermee afgesloten. De god van het licht wordt verslagen door de god van de duisternis. Lugh gaat op weg naar de onderwereld. De godin begint haar rust. Het is de tijd voor het terugdenken en overdenken van wat het afgelopen gebeurd is, onze ervaringen en van dankbaarheid voor de oogst van het jaar.
Het christelijke feest is St. Michaël op 29 september.
Er valt nog veel meer te zeggen over de feesten en rituelen in het achtvoudige wiel die niet in het kader van deze scriptie benoemd kunnen worden. Voor mij zelf was het besef van het bestaan van de cirkelachtige cycli en de samenhangen van deze ritmes met mijn eigen innerlijke ontwikkeling een van de momenten in mijn leven waar ik het gevoel had, dat alle puzzelstukjes zoals in een mozaïek bij elkaar komen en zo een veelzijdig en toch duidelijk beeld van het verband tussen mij en alles wat mij omgeeft kon ontstaan. Jaarfeesten verduidelijken volgens mij een innerlijke reactie op een uiterlijke kosmische constellatie, maar vieren van een jaarfeest is niet een natuurlijk gevolg van een uiterlijk gebeurtenis, het is iets dat je moet willen. Het houdt onder andere in dat je probeert je eigen innerlijke wereld in overeenstemming te brengen met de kwaliteiten van dit seizoen en dit feest. De transformatie die zich in de natuur voltrekt zou zo ook in de mens kunnen worden voltrokken.