System logic

Systeem logiek vormt met systeem methodiek en systeem systematiek, een drieledige structuur die op een analoge wijze de respectievelijk te onderscheiden drie niveaus van het willen, voelen en denken spiegelt.

Gegeven deze drieledige structuur dient systeem logiek zich tot het willen te verhouden. De term logiek ontlenen we min of meer aan het denkwerk van Hegel. Hij introduceerde 'Grundbegriffe der Logik' op zijn wijze in 'Wissenschaft der Logik' Schrag, Nürnberg 1812–1816.

Logiek dienen we te onderscheiden van logica. Waar de logica zich bezig houdt met de logische regels van het verstandsdenken, zo trachtte Hegel op zijn wijze vorm te geven aan het evenzeer logische bereik van het redelijke denken. Verstand en Vernunft, verstand en rede, zijn twee begrippen die Kant heeft geïntroduceerd en diepgaand heeft uitgewerkt. Met de term logiek opent zich voor ons een nieuwe kijk op wat we 'werkelijkheid' kunnen noemen. In de woorden van Hegel.

'Was vernünftig ist, das ist wirklich, was wirklich ist, das ist vernünftig.' 'Das Wahre ist das Ganze'. (G.W.F. Hegel, Grundlinien der Philosophie des Rechts, 1821, Vorrede)

Hetgeen we werkelijkheid noemen, is deels een construct van het verstandelijke denken en deels een werkelijkheid die in en door het redelijke denken zich wil ontvouwen. In dier voege is er geen scheiding tussen subject en object, subject en object zijn slechts relatieve abstracties. Zij verhouden zich tot elkaar als wezenlijke tegendelen van een en dezelfde werkelijkheid, met de mogelijkheid in de tegenstelling elkaar te ontwaren van wezen tot wezen.

Systeemdynamiek wil een weg vinden om het verstandelijke denken en het redelijke denken op een functionele wijze zich te doen verhouden. Subject en object betreffen een graduele onderscheiding, twee kanten van eenzelfde medaille, c.q. werkelijkheid. Daar waar een duale verhouding evenzeer gerelateerd kan worden aan een polaire dynamiek, waarin subject en object elkaar bemiddelen en doen worden.

Pas in en vanuit het functionele paradigma wordt het weer mogelijk deze subject object verhouding aan de orde te stellen als een veld van mogelijke posities en betrekkingen, processen en inhouden.

De term logiek duidt op hetgeen zich in de werkelijkheid wil laten zien als in wording, als een op zich staande en voor zichzelf staande werkelijkheid waarin het subject evenzeer object en het object evenzeer subject van zijn en wording is. Hoe dit verstandelijke denken zich tot het redelijke denken dient te verhouden, is voorwerp en onderwerp van systeem dynamiek gesitueerd binnen het functionele paradigma.

In en vanuit het functionele paradigma ontstaat de mogelijkheid om deze dynamiek tussen subject en object, tussen verstandelijk denken en redelijk denken, tussen begrip en beeld zichtbaar te maken in de 'werking van het veld'. Het veld definiëren we als een actueel werkend en in werking tredend fenomeen waarin toekomst en verleden, subject en object zich tot elkaar verhouden in een actuele ontmoeting waarin en van waaruit zich iets laat ontvouwen als te denken.

Systeem logiek brengt de werking van het willen tussen object en subject in beeld (dictogram) via een actueel werkend veld in werking en schept tijd en ruimte voor het redelijke denken.

Systeem systematiek brengt de werking van het denken tussen subject en object tot begrip via een uitgewerkt veld (diagram en dynagram) en schept ruimte en tijd voor het verstandelijke denken.

Systeem methodiek tracht deze beide denkwijzen ordentelijk zich tot elkaar te doen verhouden in en via het duogram als middenveld tussen diagram en dynagram. Zonder deze bemiddeling laat het veld zich niet lezen in en vanuit het functionele paradigma.

Systeem systematiek houdt zich bezig met het in kaart brengen van hetgeen al ontdekt en benoemd is, daarentegen houdt systeem logiek zich bezig met het in kaart brengen van hetgeen nog valt te ontdekken en te benoemen. Vandaar dat ze zich tot elkaar kunnen verhouden als het abstracte en het concrete, het algemene en het bijzondere, het onveranderlijke en het veranderlijke.

Systeem logiek binnen artesS verband staat voor het onderzoeken van actuele vraagstukken in en met behulp van het veld. Een veld wat deels vastgelegd is in posities en betrekkingen (in ruimte en tijd) en deels in het actuele bereik zich laat ontvouwen middels de spelers in het speelveld, die volgens bepaalde spelregels en onbepaalde speelregels hun spel spelen. Hetgeen zich in het speelveld ontvouwt, is uniek en onherhaalbaar.

Werken in de werking van dit veld brengt onvermoede dimensies in beeld en tot begrip, het vraagt evenwel om een luisterend oog en een kijkend oor. Werken in de werking van dit speelveld hebben we binnen artesS verband op talloze wijzen geoefend.

Deels in de fenomenologie trainingen, alwaar de gewaarwordingen van de trainees en trainers aangaande een plant en of boom uitgewerkt worden in een veldopstelling. Een veld wat keer op keer, op een verrassende wijze, het wezen van de plant en of boom tot verschijnen brengt als een denkbare werkelijkheid die zich laat zien en horen in dat veld.

Deels ook in de organisatieopstellingen, alwaar de onderscheiden concepten, denkwijzen, inzichten, ideeën, leer en onderzoeksvragen van de medewerkers en de leiding aangaande de betreffende organisatieproblematiek voor alle betrokkenen keer op keer op een verrassende wijze wil ontsluiten zodat alle betrokkenen na de benodigde methodische stappen weten wat hen te doen staat.

Deels ook in de persoonlijke al of niet team gerelateerde opstellingen waarin het gaat je zelf in relatie tot de ander in beeld te brengen. Verrassend genoeg brengt het veld de deelnemers in relatie tot de onderzoeksvraag en tot elkaar in een staat van gewaarzijn van waaruit woorden, zinnen, voorstellingen, beelden, gedragingen, gedachten, gevoelens ontspruiten die in een handelingsgericht perspectief onderwerp en voorwerp van nader onderzoek vormen.

Ook binnen artesS verband worden bestuurlijke veldopstellingen gepraktiseerd om strategisch beleid te ontwikkelen en te doen uitmonden in een BHAG of anderszins een organogram.

De oorspronkelijke resultaten van een veldopstelling worden methodisch (16 stappen) uitgewerkt tot en verwerkt in een dictogram. Een dictogram staat voor het in kaart brengen van hetgeen in en door het veld genoteerd mag worden als nog te denken en of te doen. Feitelijk kan het dictogram in een diagram, dynagram of duogram uitgewerkt worden. Het woord dicto verwijst dan ook slechts naar de herkomst van hetgeen in kaart is gebracht, in, vanuit en door de werking van het veld middels een specifiek omschreven gemeenschappelijke onderzoeksvraag van de betreffende deelnemers.

De werking van het veld staat vast, het onderzoek evenwel naar de wijze waarop dit veld in werking kan treden, dan wel wat dit veld in werking doet treden vormt binnen artesS verband voorwerp van onderzoek. Daartoe laten we ons inspireren door talloze onderzoeken en publicaties aangaande dit werkende veld in werking. Met name wat en wie er in dit veld werkt en vooral hoe die veld werkt, daarentegen laten we het waarom aangaande de werking van dit veld graag over aan de zich ontwikkelende inzichten binnen de fysica, die als ontologische wetenschap zeer wel in het bereik van het functionele paradigma geraakt.

De toekomst is aan de werking van dit veld, dit veld bewerken en in werking stellen, biedt zowel subject als object een toekomst waarin zij zich aan elkaar, door elkaar en met elkaar kunnen ver-wezen-lijken.

Korte omschrijving in één regel.

Logica ten behoeve van het kwantitatief meetbare, met betrekking tot lineaire discursieve diachronische relaties (stap voor stap), leidend tot gedefinieerde causale gevolgtrekkingen.

Logic for the quantitative measurable, concerning linear discursive diachronic relations (step by step), leading to defined causal inferences.

Logiek ten behoeve van het kwalitatief onmeetbare, met betrekking tot circulaire recursieve synchrone relaties (tegelijkertijd wederkerig), leidend tot gedefinieerde analoge interferenties.

Lògica for the qualitative immeasurable, concerning circular recursive synchronic relations (reciprocal simultaneously), leading to defined analogue interferences.