Learning types and learning styles

Het leerboek brengt methodisch de weg in beeld waarin de lerende zich beweegt tussen leerinhoud en leerproces om al doende zich een begrip te kunnen vormen inzake systeem methodiek. Al doende beweegt het leerboek zich tussen de theoria en de praxis, tussen systeem systematiek en systeem logiek, tussen grondpatroon en werkelijkheid opdat de lerende een gevoel kan ontwikkelen voor het functionele karakter van systeem methodiek.

Bovenstaande vormt de context van al wat in het leerboek ondernomen dient te worden, wil de lerende zicht krijgen op en inzicht in het fenomeen systeem dynamisch denken en werken. Aangezien het functionele paradigma leidend is in het kunnen vorm geven aan systeem dynamiek dient de lerende zich zowel een subject betrokken als een object betrokken routing te eigenen aangaande systeem dynamiek, systeem methodisch laverend tussen systeem systematiek en systeem logiek. Systeem dynamisch functioneel handelen is de integrale noemer die systematiek /denken, methodiek / voelen en logiek / willen weet te integreren.

Object betrokken dient de lerende "het wat" aangaande systeem dynamiek te kennen, zo gezegd de structuur, de systematiek, de wijze waarop en waardoor het systeem dynamisch denken gestructureerd kan worden middels de simplex van een grondpatroon.

Subject betrokken dient de lerende "het wie" aangaande systeem dynamiek te kunnen, zo gezegd de ordening, de logiek, de wijze waarop en waarmee het systeem dynamisch werken geordend kan worden middels de complex van een gegeven of voorhanden werkelijkheid.

Systeem dynamisch leren denken impliceert ipso facto een systeem dynamisch werken met dien verstande dat het denken de werkelijkheid kan ordenen middels hypothetische dynamieken in een grondpatroon, een mogelijk te denken structuur.

Systeem dynamisch leren werken impliceert evenzo een systeem dynamisch denken met dien verstande dat het werken het denken kan structureren middels gegeven en nog op te sporen dynamieken waaraan de werkelijkheid onderhevig is, een noodzakelijk te bewerken ordening.

Systeem dynamisch leren denken is dus niet mogelijk zonder een systeem dynamisch werken, zij dienen in en vanuit een functioneel paradigma methodisch verweven te worden als twee te onderscheiden routes, een object betrokken route en een subject betrokken route. Dat wil zeggen dat de subject betrokken route geobjectiveerd dient te worden en de object betrokken route gesubjectiveerd.

Zo dient het object betrokken denken en werken in wisselwerking te treden met het subject betrokken werken en denken. Systeem dynamisch denken vormt in deze het kennen en kunnen van het subject en systeem dynamisch werken vormt de wijze waarop we de werkelijkheid, als oorspronkelijk object, kunnen kennen.

Om zowel object betrokken als subject betrokken te leren structureren en of te ordenen dienen we ons respectievelijk zowel op een bewuste als een onbewuste wijze te verhouden tot het systeem dynamisch denken en werken.

Op een bewuste wijze wil zeggen dat we ons rekenschap geven van de systematiek, de structuur, van de object betrokken leerinhoud inzake systeem dynamiek c.q. van het systeem dynamisch kunnen denken.

Op een onbewuste wijze wil zeggen dat we ons rekenschap geven van de logiek, de ordening, van het subject betrokken leerproces inzake systeem dynamiek c.q. van het systeem dynamisch kunnen werken.

In de mate dat het bewuste denken en kennen aangesproken kan worden in die mate dient ook het onbewuste werken en kunnen haar aanspraken in het geding te brengen . Immers het 'slimme' onbewuste mag haar diensten evenzeer aanreiken als het wellicht nog 'domme' bewuste, zij het dat zij zich methodisch dienen te 'verhouden' tot zowel de theorie als de praxis van systeem dynamiek, zowel de structuur als de ordening, zowel het grondpatroon als de werkelijkheid, zowel de systematiek als de logiek. In deze dienen begripsvorming en beeldvorming zich functioneel te 'verhouden' tot zowel een empirisch kwantitatief als een fenomenologisch kwalitatief paradigma.

Gegeven de wisselwerking tussen een bewust object betrokken structuur en een onbewust subject betrokken ordening kunnen we stellen dat er zich meerdere opties inzake leerstijlen en of leertypes kunnen voordoen. Zo zien we in de praktijk zowel een onbewust object betrokken ordenen als een bewust subject betrokken structureren hetgeen ons op het spoor bracht van zowel de leerstijlen van de doener, beschouwer, denker en beslisser als wel de leertypen van het 'punniken', het 'breien', het 'haken' en het 'macrameeën' om systeem dynamisch te kunnen denken en werken.

De vier laatst genoemde namen moet men slechts beschouwen als hypothetische metaforen, het betreffen bestaande technieken uit de draadkunsten die we hier speels benutten om eventuele analoge dynamieken inzake de wijze waarop menigeen, binnen artesS verband, systeem dynamisch leert denken en werken typologisch in beeld te krijgen, vandaar de term leertypen, te onderscheiden van de leerstijlen van Kolb, andere metaforen zijn evenzeer mogelijk. Evenwel gaat het niet zozeer om de benamingen sec, als wel om in kaart te brengen, de wijze waarop een leertype zich systeem dynamisch gezien zou kunnen bewegen en feitelijk, gezien onze didactische bevindingen, ook doet.

Plaatsen we de doener, beschouwer, denker en beslisser respectievelijk in de vier, qua dynamiek onderscheiden, kwadranten, respectievelijk autonoom discentrisch, discentrisch heteronoom, heteronoom concentrisch en concentrisch autonoom, daarmee kunnen we de aard van de leerstijlen aangeven. Hierop hypothetisch voort bordurend, kunnen we op de horizontaal: op oost het punniken en op west het haken positioneren, zo ook in de verticaal: op zuid het breien en op noord het macrameeën. Respectievelijk op de aard van de positie autonoom en heteronoom en op de aard van de richting discentrisch en concentrisch, analoog aan de posities waarop we schema / oost en model / west plaatsen en plaatje / zuid en patroon / noord.

Mogelijke metaforen voor mogelijke leertypen inzake het leren denken en werken in en met systeem dynamiek. Hoe ze te verstaan en te begrijpen?

Mogelijk is het 'breien' een onbewust subject betrokken ordenen.

Mogelijk is het 'macrameeën' een bewust object betrokken structureren.

Mogelijk is het 'haken' een bewust subject betrokken structureren.

Mogelijk is het 'punniken' een onbewust object betrokken ordenen.

Zijn deze leertypen te relateren aan de vier andere leerstijlen?

Beweegt de doener zich tussen punniken en breien?

Beweegt de beschouwer zich tussen breien en haken?

Beweegt de denker zich tussen haken en macrameeën?

Beweegt de beslisser zich tussen macrameeën en punniken?

Wat te verstaan onder punniken, breien, haken en macrameeën?

'Punniken' kunnen we verstaan als een op zich zelf staande autonome handeling waarin de structuur de ordening eenduidig bepaalt.

'Haken' kunnen we verstaan als een niet op zichzelf staande heteronome handeling waarin de ordening de structuur meerduidig bepaalt.

'Breien' kunnen we verstaan als een discentrische handeling waarin de ordening de structuur eenduidig bepaalt.

'Macrameeën' kunnen we verstaan als een concentrische handeling waarin de structurering de ordening meerduidig bepaalt.

Wie het nog snapt mag het verder uitwerken:) dan wel herformuleren, c.q. verbeteren.

De opdracht kan dan ook luiden: onderzoek je eigen leerstijl en leertype als het gaat om systeem dynamisch leren denken en werken. Het gaat niet om kant en klare, c.q. klip en klare begrippen, maar om hypothetische metaforen opdat de lerende al doende zicht kan krijgen op de wijze waarop hij/zij wil en kan leren als het gaat om het eigenen van systeem dynamisch denken en werken.

Immers het zoeken naar een wijze van structureren in het grondpatroon spiegelt zich aan een wijze van ordenen in de werkelijkheid van de lerende. Hier spiegelt het object betrokken denken zich aan het subject betrokken werken en of het object betrokken werken aan het subject betrokken denken. In dier voege staan de hypothetische begrippen op hypothetische posities in het diagram, het diagram geeft in deze nog te denken!

Het is aan de lerende om dat zowel object betrokken als subject betrokken, zowel analytisch als synthetisch te structureren en te ordenen om al doende meerdere leerstijlen en leertypen in te nemen, want vooralsnog is er geen betere of geen slechtere.

Er zullen zich zeker bepaalde voorkeuren voordoen, al of niet bewust en of onbewust geëigend en toegepast, maar het is zaak zich in deze allround te ontwikkelen, door meerdere leertypen en leerstijlen te trainen naar gelang de werkelijkheid van ons vraagt, precies daar waar de complexe werkelijkheid vraagt om een systeem dynamische verwevenheid van subject en object betrokken denken en werken.