Grondvormen in de symboliek

Het grondpatroon zoals we dat in artesS verband, in de loop van de tijd, hebben ontwikkeld, is deels terug te herleiden tot 5 grondvormen in de symboliek: cirkel, kruis, vierkant, driehoek en spiraal. Vijf grondvormen die de beeld-dynamiek helpen te verstaan, die we in het grondpatroon hebben verwerkt, aanvankelijk imaginatief en intuïtief, zonder expliciete kennis van deze oersymbolen. Vandaar dat het nu passend wordt om hier in een retrospectief deze vijf grondvormen in de symboliek aan de orde te stellen. Om met name voor beelddenkers en begripsdenkers zowel de dynamiek van de grondvormen, de beeldvormen, de daaraan verbonden veldwerking, als de dynamiek van de begrippen in een zinvolle samenhang beeldend te doen denken.

Er zijn in de loop der eeuwen vanaf de eerste aanvang, dat de mens symbolen begon te visualiseren en te beelden, zeer vele symbolen vorm gegeven, die deels qua tijd en ruimte zijn te onderscheiden, maar die deels ook gerekend moeten worden tot de archetypische symbolen, die wereldwijd, van oost naar west en van zuid naar noord, gevonden en nog hedendaags te vinden zijn. Er zijn vele, goed gedocumenteerde, bronnen te vinden met betrekking tot deze oersymbolen. Waaronder C.G.Jung, I.Riedel, A. Rosenberg, Herder-Lexicon Symbole, Dictionnaire des Symboles, om maar een paar te vernoemen en nog vele vele andere bronnen.

Het is Jung die de authenticiteit van deze archetypische symbolen in zijn onderzoek uitdrukkelijk wist te verbinden met onbewuste processen, met name daar waar een persoon zijn psychische disfuncties tracht te herordenen tot een functioneel samenhangend verband. Daartoe begon de persoon spontaan mandala vormen te beelden, beelden die stuk voor stuk zijn te herleiden tot deze vijf grondvormen. Grondvormen die Jung relateerde aan het collectief onbewuste, die zowel qua tijd als qua ruimte onverbonden, toch gezien moeten worden als overeenkomstige archetypische denkwijzen en denkbeelden. Dankzij de observatie van zijn eigen psychische processen en die van zijn patiënten, kwam Jung ertoe zich diepgaander te gaan verhouden tot onder andere de aloude symbolische tradities.

De wijze waarop, in de vele jaren van onderzoek en studie met betrekking tot mens en natuur, zeer wel al doende, het grondpatroon is ontstaan, mag wel gezien worden als een halfbewust tastend zoeken naar een beeldvorm, dat zich ertoe eigende om als een grondvorm geïnstrumentaliseerd te worden tot een kennisinstrument, in deze als eerste het diagram, zie aldaar. Het diagram werd in eerste instantie genut om, ten behoeve van de colleges, kennis helder te beelden in een samenhangend verband, evenzo daarop volgend de uit consulten verkregen analyses met betrekking tot levensvragen en levensproblemen. Al doende ontstond uit het diagram het dynagram en zo voort tot uiteindelijk na het leren werken met het duogram, het dictogram en het hologram, het grondpatroon werd gereconstrueerd en geconstitueerd als een te denken werkraam, c.q. denkraam.

Op deze pagina echter komt niets van dat alles hier aan bod, we trachten slechts een aantal van deze vijf grondvormen schetsmatig voor het voetlicht te brengen als vijf archetypische symbolen, grondvormen, die eenieder bij nadere studie kan nutten om zich te bekwamen in het werken met beeldvormen. Een toegankelijke compacte uitleg van deze grondvormen kan men vinden in het boek van Professor Dr. Ingrid Riedel, Formen: Kreis, Kreuz, Dreieck, Quadrat, Spirale, Zürich, 1985.

Inleiding

Ingrid Riedel typeert deze vijf grondvormen van het leven, ieder afzonderlijk, met een treffende specifieke vorm van zijn. We vernoemen ze hier, dankzij de verkorte inhoud, als de zeer welsprekende karakteristiek van elke grondvorm:

'Der Kreis - das Umfangen-Sein'.

'Das Kreuz - das Ausgespannt-Sein'. +

'Das Quadrat -das Umgrenzt-Sein'.

'Das Dreieck - das Bezogen-Sein'.

'Die Spirale - das Über-sich-hinaus-Sein.'

'Im Kreis ist man im Sein, während man im Kreuz das Sein erleidet und seine Spannungen zu verbinden sucht und während man im Quadrat wie auch im Dreieck das Sein Gestaltet.' Seite 105.

In haar inleiding werkt Riedel deze vijf symbolen nog wat verder uit, om vervolgens deze grondvormen in vijf hoofdstukken diepgaand aan de orde te stellen: in een repeterende volgorde: een anekdote om in de stemming te komen, het symbool als Gestalt, het symbool als een natuurlijke en symbolische vorm, het symbool in zijn existentiële en psychologische betekenis, met af en toe een excursie en vaak ook de benodigde herhalingen.

Aan de hand van haar beschrijvingen, trachten we hier stap voor stap, per grondvorm, kortheidshalve een aantal karakteristieken aan de orde te stellen, die de lezer ook zal kunnen terugvinden in de wijze waarop we het grondpatroon hebben ingericht met haar specifieke dynamieken. Met name komen deze karakteristieken aan bod, om door middel van deze specifieke grondvormen, gevoelig te worden voor de dimensie van het beeld, zodat het beeld als grondvorm weer tot leven kan komen. Het verdient dan aanbeveling, zo men wil, dit spoor zelf diepgaander te vervolgen.

Cirkel - 'der Kreis das Umfangen sein'

☼ De cirkel representeert geborgenheid én weidsheid, afgeslotenheid én heelheid; de alles omvattende horizon in haar ronding, aarde en hemel spiegelend.

☼ Als oneindige lijn symboliseert de cirkel alles wat zonder begin en einde is, symbool voor tijd én ruimte in hun eeuwige oneindigheid.

☼ De cirkel vertegenwoordigt met haar totale verschijningsvorm de volheid, de vol-ledigheid, de heelheid van het bewustzijn, het transcendente.

☼ Als Gestalt komt ze overeen met haar functie om iets of iemand, iets of iemand van belang, te omcirkelen en of te omgrenzen.

☼ Door zijn geconcentreerde vorm is de cirkel geëigend om een verdichtende energie voor te stellen; het positieve wordt verdicht en het negatieve geweerd.

☼ In haar beschermende omcirkeling herbergt ze een geheim en of onthult ze wat aan het licht mag treden.

☼ Het alomvattende mysterie dat in alles en allen haar centrum vindt, maar waarvan de periferie nergens te vinden is.

☼ Men kan de cirkel betreden als een heiligdom waarin iets kostbaars wordt geborgen en of iets helends tegenwoordig wordt gesteld.

☼ Men kan er doorheen en of er omheen bewegen als over een volkomen in zichzelf geronde lijn die voortdurend in zichzelf terugkeert.

☼ Men kan zich vanuit de periferie concentrisch naar het midden en of vanuit het midden discentrisch naar de periferie begeven.

☼ Men kan de cirkel naar believen verengen en of verruimen, meer of minder gesloten weergeven.

☼ Men kan in het ronde en alles omvattende geheel van een horizon, aardecirkel en of wereldruimte, zich er geborgen, omvangen en beschut voelen.

☼ Men kan zich binnen en of buiten de cirkel bevinden, zich ingesloten en of uitgesloten voelen, verbonden en of verstoten.

☼ Men kan de cirkel als een punt ervaren en de punt als een cirkel, waarin alle punten van de cirkel zich even ver van het middelpunt bevinden.

☼ Men kan de cirkel verbeelden als een oerei, een ouroboros (een slang die zich in zijn staart bijt), een kogel, een wonderoog.

☼ Het ronde en het ronden hangt samen met de cyclische tijd en als symbool voor de tijd staat de cirkel in een bijzondere betrekking tot het Rad, het Zonnerad.

☼ Het ronde wiel-kruis markeert met haar vier spaken de kardinale zonnestanden in de loop van de dag en in de loop van het jaar.

☼ Het rad symboliseert, ondanks de cyclische bewegingen op aarde, de grote veranderlijkheid: het aanvangen, het voltooien, het afronden en het stilvallen.

☼ Tegelijkertijd is het rad van fortuin, waaraan de mens met zijn lot ofwel zich verbonden ofwel zich gekluisterd voelt, ook het symbool van de vergankelijkheid.

☼ De cirkel manifesteert in en vanuit haar vorm iets sferisch, iets lichts: vrij zwevend, beweeglijk, draaiend, roterend in en door het heelal.

☼ De cirkel is van begin tot einde als kringloop betrokken op alles wat leeft, herleeft en voortleeft in steeds wisselende gedaantes en manifestaties.

☼ De cirkel als oerbeeld van de tijd in haar wetmatigheid van verschijnen en verdwijnen, voortbrengen van het nieuwe en het terugnemen van het oude.

☼ Het ronde en of de ronding zien we in tal van organische vormen terugkeren, zowel in het plantenrijk als in het dierenrijk als ook in het mineralenrijk.

☼ Van geodes tot ronde planeten in ons zonnestelsel, tot sterren en sterrenstelsels.

☼ Van ronde bladvormen, bloeiwijzen, bloembodems, vruchten tot radiolaria (eencellige straalsgewijze organismen), zee-egels, kwallen, tot de iris en de pupillen.

☼ Van ronde biezen hutten, sneeuw iglo's, leren tipi's, steenhutten, Brochs (stenen forten), heuvelforten tot tempels, kerken en moskeeën.

☼ De ronde centrale koepelbouw, als zinnebeeld van het geheel, de heilige wijsheid, de Hagia Sophia: kosmos en eeuwigheid, hemel en aarde weerspiegelend.

☼ De ronde koepel, zich hoog verheffend boven het robuuste vierkant, straalt weidsheid, stilte en concentratie uit.

☼ Cirkel en vierkant spiegelen enerzijds hemel en aarde, het kosmische en het terrestrische, het onbegrensde en het begrensde, het immateriële en het materiële.

☼ Het ronde kan beleefd worden als omarmend, contact leggend, koesterend, omhullend, hoedend, herbergend, beschermend, bewarend, moederlijk.

☼ Het ronde geheel als het vol-ledige laat een totaliteit ervaren waarin alle ruimte en alle tijd zich kan manifesteren zoals het Zelf het IK vermag te omvatten.

☼ Het ronde zinnebeeld van oudsher in de vorm van een lege cirkel benevens haar organische rondingen en slingeringen de grote moeder.

☼ Het ronde in de vorm van een volle cirkel in de gestalte van een kogel of bal symboliseert daarentegen vader zon; alle balspelen gaan terug op zonnerituelen.

☼ Het ronde kondigt in de vorm van gouden speel-ballen, banden en knikkers, als evenzovele symbolen, de stijgende zonnekrachten in de lente aan.

☼ Het ronde symboliseert in onderscheiden kringen, zowel micro- als macrokosmisch, de verschillende opeenvolgende stadia in de schepping aan.

☼ Het ronde symboliseert in de macrokosmos de even zovele concentrische bewegingen van planeten, sterren, evenals de onderscheiden negen Hiërarchieën.

☼ Oeroud is de voorstelling van de cirkel als een gerechtelijk teken om iets of iemand te weerhouden het rechtsgebied te betreden en of eruit te verbannen.

☼ Sinds de vroegste tijden werd de cirkel in velerlei vorm (kruis en hexagram) gebruikt, als een werkzaam teken om zich tegen kwade invloeden af te schermen.

☼ Als riem, ketting, band, diadeem, ring of ronde amulet werd het een beschermende werking toegeschreven.

☼ Door haar gelijkmatige vorm symboliseert de ring zowel een heel bijzondere verbintenis, als ook de plechtige bezegeling van specifieke betrekkingen.

☼ De toegekende ring symboliseert de bezegeling van een specifiek lotsverbond en de daarmee afgelegde gelofte tussen partners, personen, steden en staten.

☼ Met een specifieke zegelring werd van oudsher de specifieke persoonsgebonden onverbrekelijke bezegeling bekrachtigd m.b.t. oorsprong en bezit.

☼ Wie de bezegeling van buitenaf verbreekt, schendt het verbond als een onrechtmatige inbreuk en doorbreekt de geslotenheid van de ring, die de zegel draagt.

☼ De ring symboliseert voor de drager, toebehorend aan een groter verband of verbond, zowel een bijzondere verbondenheid als ook een bijzondere vrijheid.

☼ Ringen werden van oudsher als grafgiften meegegeven ten teken van eeuwige verbondenheid, zowel met het aardse als het hemelse, numineuze, grote geheel.

☼ Zowel op graven als sarcofagen worden vele soorten van cirkels gevonden, al of niet geflankeerd en of doorsneden door vierkanten van gelijke grootte.

☼ Cirkel en vierkant symboliseren op de grens tussen hemel en aarde, tussen jenseits en diesseits, op onderscheiden wijzen, hun onderlinge verbondenheid.

☼ De gestalte van een vrij in de ruimte zwevende concentrische cirkel symboliseert van oost naar west een hoge mate van 'verlichting'.

☼ De gestalte van een cirkel vervat in een vierkant, weerspiegelt in de Joodse mystiek de in de materie verborgen goddelijke vonk.

☼ De gestalte van de roosvensters in de middeleeuwse kathedralen weerspiegelen in vier en of meerledige spaakwielen de eenheid in de veelheid.

☼ De gestalten van de onderscheiden maanfasen, afnemend en toenemend, volle maan en nieuwe maan, weerspiegelt het ritmisch cyclische karakter van alle ontstaan en vergaan.

☼ De gestalte van de mandala in al haar onderscheiden symbolische vormen kan men van oudsher terug vinden in alle religieuze en rituele tradities

☼ De gestalte van de mandala in de oud-Indische religies weerspiegelen in de onderscheiden structuurmotieven de te onderscheiden meditatie technieken.

☼ De gestalte van de mandala weerspiegelt in evenzovele, onbewust vorm gegeven, cirkelvormige archetypische tekeningen het individuatieproces.

☼ De gestalte van de mandala als cirkel vervat in haar symboliek alle concentrisch gerangschikte en gearrangeerde figuraties om een centrum.

☼ De gestalte van de mandala oefent vanuit haar midden zowel een uitgaande als ook een ingaande dynamiek uit.

☼ De gestalte van de mandala ontstaat daar waar het gaat om het geheel, als de som van de al in haar vervatte delen, weer te geven als een paradoxale eenheid.

☼ De gestalte van de mandala herbergt de veelheid in de eenheid en manifesteert de eenheid in al haar onderscheiden onderling weerstrevende veelheid.

☼ De gestalte van de mandala oefent een zin stichtende, harmoniërende en verzoenende werking uit op hen die haar in alle rust beschouwen.

☼ De gestalte van de mandala ontstaat spontaan daar, waar pogingen ondernomen worden om weer orde en structuur te kunnen brengen in het zielenleven.

☼ De gestalte van de mandala weerspiegelt in haar symbolische wetmatigheid, het naar eenheid en heelheid strevende wezen van de psychè of de ziel.

☼ De gestalte van de mandala als beeld wil de enkeling zowel omvatten in het ritmisch kosmische gebeuren als een altijd durend midden laten ervaren.

☼ Wanneer een mens om zichzelf heen draait, beschrijft hij een cirkel, waarin hij met lichaam, ziel en geest, met zijn wezenskern, deze omcirkeling bewoont.

☼ In deze omcirkeling is de mens betrokken op zijn centrum, wat dat ook moge zijn: het Zelf, zijn binnenste wezenskern, waarvan de periferie het IK overstijgt.

☼ De omcirkeling manifesteert zowel het nog niet ingevulde, open liggende, onthullende als wel ook het beheersbare helder doorzichtige en het duidelijk vatbare.

☼ Het biedt ruimte om al zoekend en onderzoekend, zich eraan te spiegelen om van binnenuit te komen tot een zichzelf kunnen verstaan en begrijpen.

☼ De omcirkeling biedt een vrij voelende, harmonieuze, natuurlijk ontspannen geborgenheid, waarin juist een speelse levendigheid tot stand kan komen.

☼ De omcirkeling biedt ruimte voor talloze kring of cirkelspelen, kring of cirkeldansen, kring of cirkel rituelen, zich bewegend tussen periferie en middelpunt.

☼ De omcirkeling manifesteert de verbondenheid rondom een gemeenschappelijk wereldomspannend doel: het vrouwelijke bewustzijn appellerend.

☼ De omcirkeling symboliseert de moederlijke ruimte, het wezen en de verbindende werking van de grote Moeder, die alles onder haar hoede neemt.

☼ De omcirkeling omvat het zijn in het zijnde als een evenwichtig harmonieus opgenomen zijn; in het oervertrouwen dat alles goed is zoals het is.

☼ De omcirkeling is het archetypische symbool van de moeder en het moederlijke die alle wezens omvat in hun zijn op moeder aarde.

☼ De omcirkeling balanceert tussen een benauwende insluiting en een vrijheid schenkende ontsluiting waarin men geheeld tot zichzelf kan komen.

☼ De omcirkeling verwijst naar het geheimvolle midden alwaar de levensbron ontspringt die alle levende wezens voorziet van levensenergie.

☼ De omcirkeling symboliseert de eeuwige wederkeer der dingen in tijd en ruimte.

☼ Het kruis doorkruist deze wederkeer dialectisch, opdat er ontwikkeling vermag plaats te vinden.

"Kreis und Kreuz sind die ältesten und elementarsten Zeichen. Beide im Gegensatz, das eine hart, gerade und widersprüchlich. Das andere rund, weich und schwingend. Der Kreis bekreuzt sich mit Kreisen. Das Kreuz umfasst eine Kreisbewegung, Kreis und Kreuz verbinden sich in wechselseitiger Durchdringung. Was sagen diese Zeichen?

Kreis bedeutet Fülle, Reichtum, Gabe, auch Freude, Achtung und Wert. Was uns wichtig ist, kreisen wir ein; was uns lieb ist, umringen wir. Ring und Reif sind Symbole des Lebens und der Einheit. Auch der Sonne.

Kreuz besagt Differenz, meint Gegensatz, Widerspruch, auch Streihung. Es dient zur Markierung, zur Zeichnung, zur Brandmarkung. Es sagt Ereignis, Tat, Bruch, Schmerz und Tod.

Kreis und Kreuz, wenn vereint, können nur so gelesen werden: Durchbruch zur Fülle, Ereignis und Einheit, durch einmalige Tat, kurz Überwindung..."

Heinrich Rombach, Leben des Geistes, S.140, Freiburg 1977.

Kruis - 'das Kreuz - das Ausgespannt-Sein'

☼ Het kruis als Gestalt, gestalte, vorm.

☼ Het kruis is voor alles een kruising van twee lijnen, die elkaar overlappen en of elkaar snijden, zodat ze elkaar treffen in een gemeenschappelijk snijpunt.

☼ Het kruis is een bijzonder trefpunt van twee bijzondere lijnen: de horizontaal en de verticaal.

☼ De horizontaal zinnebeeld de passieve lijn, de rust, de aardse strekking, de uitgebreidheid, de eindigheid, de grond, de horizon.

☼ De verticaal zinnebeeld de actieve lijn, de onrust, de hemelse werking, de compactheid, de oneindigheid, de ongrond, de diepte.

☼ Beiden geven ze vorm aan de spanning tussen boven en beneden, tussen hemel en aarde en actualiseren hun niet aflatende verwevenheid (Taoïsme).

☼ Beide lijnen verschijnen uit het onbegrensde en verdwijnen in het onbegrensde.

☼ De lijnen in het kruis kunnen zowel van binnen naar buiten als van buiten naar binnen gelezen worden.

☼ In het kruis verenigen zich concentrische en excentrische krachten, verwijzend naar alle vier richtingen en of samenkomend in een samenvattend midden.

☼ Beide lijnen ont-moeten elkaar op een heel punctuele wijze, ze treffen elkaar komend en gaand vanuit een vrije onbegrensde ruimte.

☼ Het kruis staat als zodanig op zichzelf en wel op een vrije wijze in de onbegrensde ruimte.

☼ Het kruis kan zowel staand als liggend vorm gegeven worden.

☼ Het liggende kruis zinnebeeld het statische, analoog aan het vierkant en het staande kruis zinnebeeld het dynamische, analoog aan de ruit.

☼ Het staande kruis balanceert op het onderste deel van de verticaal, terwijl het liggende kruis stevig kan rusten op de beide uiteinden van de twee diagonalen.

☼ Het staande kruis zinnebeeld een dynamische balans, middels de krachtige spil van de verticaal en de twee gelijkbenige armen van de horizontaal.

☼ Het staande kruis zinnebeeld een harmonisch ogende en door haar dynamiek, een naar harmonie strevende Gestalt.

☼ Zowel het staande als het liggende kruis hebben een vierledige structuur op basis van een tweeledige structuur, waarin de beide assen haaks op elkaar staan.

☼ Het liggende kruis wordt ook wel het Andreaskruis genoemd; wanneer we de vier eindpunten met elkaar verbinden, ontstaat een liggend haaks vierkant met twee diagonalen.

☼ Zowel het staande als het liggende kruis worden gekenmerkt door de openheid van hun vorm, middels de vier naar de periferie reikende armen.

☼ Het staande kruis zinnebeeld een richting wijzende vorm, als coördinaten kruis verwijzend naar de vier hemelrichtingen, zowel naar links en rechts als naar boven en onder.

☼ Het staande kruis helpt de mens zich te oriënteren in zijn levensruimte; het staande kruis is analoog aan de mens, gelegen tussen boven en beneden, tussen hoofd en voeten; tussen links en rechts, tussen de uitgestrekte armen.

☼ Tussen hoofd en voeten, tussen gebondenheid en vrijheid, tussen het geestelijke en het lichamelijke, tussen het bewuste en het onbewuste, tussen het concentrische en het excentrische verbeeldt de verticaal de humane dimensie van het menselijke bestaan.

☼ Het kruis zinnebeeld als symbool en teken een integrerende dynamiek teneinde spanningsvolle contrasten te doen verhouden tot een overkoepelend verband.

☼ Het kruis zinnebeeld als symbool de wederzijdse doordringing van twee tegengestelde gebieden of bereiken, zoals hemel en aarde, ruimte en tijd.

☼ In het 'grondpatroon' onderscheiden we een dynamisch rechtopstaand kruis in een statisch ruimtelijk veld en een statisch liggend kruis in een dynamisch tijdsgerelateerd veld. Deze kruisstelling accentueert de onderlinge wisselwerking tussen beide kruisvormen in relatie tot het veld in tijd en ruimte.

☼ Het kruis als vorm komt in de natuur op velerlei wijzen voor.

☼ In het kristal verschijnt het kruis als een streng structurerend principe in het geometrische kristalrooster.

☼ Het kruis verschijnt als vormprincipe ook in het plantenrijk, zoals bijvoorbeeld in de bloeiwijzen van de kruisbloemigen en in vele andere bloeiwijzen.

☼ Het kruis verschijnt in de kruisgewijze verdeling van de bladeren aan de stengel en tussen de takken en de stam van een boom.

☼ Het kruis verschijnt in het dierenrijk in de kruisgewijze lichaamsbouw van talrijke levende wezens: van het visgraten skelet tot de lichaamsbouw van zoogdieren.

☼ Het kruis verschijnt in de wervelkolom van zoogdieren met de haaks afgetakte en vertakte ribben.

☼ Het kruis verschijnt in de mens zowel als een 'bovenkruis': gelegen tussen de bovenste wervels en de schoudergordel en als een 'onderkruis': gelegen tussen de lendenwervels en het bekken.

☼ Het kruis verschijnt in het gezicht van de mens, enerzijds tussen neus en ogen en anderzijds tussen neus en lippen.

☼ Het kruis als teken en symbool komt in velerlei culturen, in velerlei vormen, voor. Van kruispunten tussen wegen en straten tot waarschuwingskruisen bij onbewaakte treinovergangen en vroeger als wegwijzers teneinde onderscheiden richtingen te kunnen aangeven.

☼ Het kruis vinden we bij uitstek tussen de vier windrichtingen in onderscheiden afbeeldingen en al of niet uitgebreid tot acht windrichtingen.

☼ Het kruis als internationaal erkend teken, zien we in het rode kruis als teken van en voor een alles omvattende bereidheid tot hulp aan slachtoffers van rampen.

☼ Het kruis vinden we ook terug in de rekenkunde als plus- en maal teken, respectievelijk het staande en het liggende kruis en daarmee rijst de vraag in hoeverre we rekenschap dienen te geven van het onderscheid tussen tekens en symbolen? Tekens dienen éénduidig te zijn en symbolen blijken meerduidig te zijn.

☼ Het liggende kruis wordt als teken benut om in een rij van namen een bepaalde naam aan te kruisen.

☼ Het staande kruis als teken wordt benut om aan te geven dat de betreffende is heen gegaan.

☼ Als meest centrale symbool in het christendom, verwijst het kruisteken naar het leven, lijden en sterven van de Christus aan het kruis van Golgotha.

☼ Historisch gezien verwijst het gelijkbenige kruis naar het Griekse kruis en het ongelijkbenige kruis naar het Latijnse kruis, de eerste meer feminien en de laatste meer masculien van aard. Dit verschil in teken betreft verregaande implicaties, vandaar dat het diagram gelijkbenig is toegerust, samenhangend met het functionele paradigma.

☼ Het staande gelijkbenige kruis, ontsloten of ingesloten door een cirkel, vinden we als symbool in het oeroude zonnewiel of zonnerad met haar meerledige spaken, zo ook in vele harmonieuze mandalavormen.

☼ Het betreft een symbool (sym-baleo, bijeen werpen) voor zover het de tegenstrijdige aard van de werkelijkheid samenbrengt in een alomvattend en overstijgend symbool, ziehier de connectie met systeem dynamiek in kwalitatieve zin.

☼ Het staande gelijkbenige vierledige kruis, 'Crux quadrata', werd van oudsher beschouwd als een vrouwelijk symbool, verwant aan de levensboom en aan de linksom of rechtsom roterende Swastika, het oeroude astronomische symbool voor de loop van de zon door de vier hemelrichtingen, de vier zonnewende punten, analoog aan de vier dagdelen en de vier jaargetijden. Een oeroud holotropisch symbool voor ritme en maat, dynamiek en statiek, veranderlijkheid en onveranderlijkheid, ordening en structuur. Karakteristieken, die we terugvinden in diagram en dynagram.

☼ Het staande gelijkbenige vierledige kruis kenmerkt zich door een tweeledige dynamiek en wel o.a. tussen het principe van onderscheiden en verbinden. Als een in principe tweevoudige verbinding van twee maal twee diametraal tegengestelde punten, staat het symbool voor de eenheid van extremen, vormgevend aan een maat houdende synthese waarin tijd en ruimte zich tot elkaar verhouden in al hun manifeste fenomenen. Ze is het meest universele symbool en staat voor de mede-deling van het midden, het middelpunt van de volkomenheid. Op deze wijze verzinnebeelden de beide assen velerlei onderscheiden dynamieken in de werkelijkheid. Bijvoorbeeld de 'kruising' tussen levenden en doden, het kruispunt waarop ze elkaar tegemoet komen, ont-moeten en ieder ook weer hun weegs gaan in de eeuwige wederkeer om toch ook steeds het radicale kantelpunt te beproeven.

☼ De roterende Swastika, in velerlei kruisvormen, betrof een oud vuur- en zonnesymbool en verzinnebeeldde de liefdevolle vereniging en of kruising tussen licht en leven, leven en dood, dood en donker, donker en licht, nederdaling en opstanding.

☼ Het kruis als teken aan de hemel, een licht voor de wereld, betrof een zonnewezen, een, nederdalend en opstijgend en vice versa, Christus wezen.

☼ Het Griekse kruis bepaalde de grondvorm van de centrale koepelbouw, die, als heiligdom, gewijd aan de Hagia Sophia, de heilige wijsheid, aan de vrouwelijke spiritualiteit een moederlijke omhullende beschutting bood.

☼ Zonder een omhullende moederlijke cirkel staat het kruis sec ook voor de mens zelf, reeds veelvuldig te vinden in de prehistorische holen, deels abstract en deels concreet voorzien van ledematen.

☼ In het archaïsche Chinese schrift is het teken voor de mens een kruisvormige figuur met een gespleten basis, verwijzend naar de onderste ledematen.

☼ Daarentegen wordt de mens in de zogenoemde Cycladen idolen, kleine godsbeelden met veelal vrouwelijke kenmerken, in een verticale stand uitgebeeld.

☼ Eveneens oeroud is de staande menselijke kruisgestalte met zijwaarts uitgestrekte armen, staande in een gebedshouding, wereldwijd gevonden.

☼ Het kruis zinnebeeld, door alle tijden en culturen heen, het meest oorspronkelijke teken als het gaat om het beelden van de menselijke existentie.

☼ Het kruis bereikt als symbool haar uiteindelijke volheid wanneer het evolueert tot een dynamisch en vol-ledig zinnebeeld van een gepersonaliseerd universum.(Teilhard de Chardin)

☼ Het kruis medieert in relatie tot de cirkel, een dynagram, zowel een opstijgende als een afdalende dynamiek, die we kunnen karakteriseren als een tweeledige duale grondtendens van al wat is en wordt. Een komen en gaan, een ontstaan en vergaan, een verschijnen en verdwijnen, een opgang en een neergang, een toenemen en een afnemen, progressie en regressie, enz. Oog krijgen voor dit soort grondtendensen kan helpen complexe verbanden in kaart te brengen, middels een grondpatroon, niet meer maar ook niet minder dan een simplex oer-fenomeen, teneinde dynamieken op het spoor te komen en niet zozeer alleen inhouden.

☼ Alfons Rosenberg benoemt het diagram als "das Kreuz der Wirklichkeit", das "Kreuz der Körperlichkeit", das "Menschheitskreuz", das "Christogram überhaupt" um das "Ganze" "änzuverwandeln". De mens dient dat 'kruis' niet na te bootsen, maar juist te worden, te belichamen. Het kruis belichamen wil zeggen, dat de mens de tegendeligheid van de duale dynamiek, met betrekking tot horizontaal en immanentie, en de polaire dynamiek, met betrekking tot verticaal en transcendentie, dient na te streven als een innerlijke opgave om het zo, staande in deze werkelijkheid, in en door zichzelf te kunnen verzoenen. Het diagram appelleert als Christogram daartoe op een aanschouwelijke wijze al deze tegendelige tegenstellingen.

Ondanks dat het leven voor menigeen een kruis is, waarin de levensloop door het onmogelijke doorkruist kan worden, dan nog kan ondanks alle mislukkingen er een wezenlijke persoonlijke ontwikkeling plaatsvinden. Het vraagt om een wezenlijke bewustwording omtrent datgene wat er echt nog toe doet als het gaat om humaniteit te bewerkstelligen. De moed om een existentiële crisis aan te gaan, hoe ongemakkelijk en ongewenst ook, kan dat proces ten diepste bevruchten.

Rosenberg ontwikkelde daartoe een "Neue Kreuzmeditation" teneinde zich naar lichaam, ziel en geest, door alle onevenwichtigheden heen, 'drieledig' en 'vierledig', te kunnen verwerkelijken. In de meditatie helpt de gestalte van het kruis de lichamelijke en geestelijke tegendeligheid, zielsmatig te omcirkelen. Meditatie doelt dan op het inoefenen en doorvorsen van zowel het lichamelijke als het geestelijke bereik in al haar onderscheiden dimensies, diepten en hoogten, middels beweging, gebaar en voorstelling.(Kreuzmeditation, München 1976)

Zonder deze drieledige meditatieve grondhouding, kan men het diagram niet eigenen en tot een subject- en object betrokken instrumentarium ontwikkelen. Vandaar dat de Kruismeditatie van Alfons Rosenberg cruciaal is, teneinde een passende grondhouding te ontwikkelen met betrekking tot het grondpatroon. Voor een verdere uitwerking, zie de webpagina Kruismeditatie. (onder constructie)

☼ Romano Guardini: "Das Kreuz ist das Zeichen des Alls und ist das Zeichen der Erlösung", Von heiligen Zeichen, Würzburg 1959, S.5.

Vierkant - 'das Quadrat - das Umgrenzt-Sein'

☼ Het vierkant als Gestalt.

☼ Het vierkant is net als de cirkel en het kruis één van de belangrijkste structuur vormende grondvormen.

☼ Het vierkant is begrensd in tegenstelling tot al het onbegrensde; als een afgebakend, afgeschermd veld dient het de 'chaos' te bannen.

☼ Het vierkant biedt beschutting en bescherming, het (her)bergt de dingen en de mensen door ze te omsluiten als een kluis.

☼ Het vierkant staat in relatie tot het getal vier, een vierledige structuur, de vier hemelrichtingen, de vier haaks op elkaar staande richtingen.

☼ Het vierkant vormt met zijn vier rechte hoeken, zijn vier gelijke zijden, een statische, a-dynamische, in zichzelf rustende figuur.

☼ Het vierkant fungeert als een plattegrond met een al of niet bepaalde indeling, een plaats, een plaatsing, positionering, een veld.

☼ Het vierkant werd oorspronkelijk in de aarde gekerfd en staat symbolisch gezien ook voor de in zichzelf rustende aarde, de zwaarte, de hardheid.

☼ Het vierkant symboliseert de wijze waarop de mens de aarde in bezit neemt, door land opmetingen, afzettingen, ontruimde stukken land en uitgravingen.

☼ Het vierkant symboliseert het zoeken van de mens als mens naar de juiste maat, naar een juiste mate van zich kunnen verhouden tot het omringende.

☼ Het vierkant symboliseert de behoefte aan een eigen beschutte vertrouwde levensruimte waar de mens vierledig kan wonen: de aarde bewerkend, planten en dieren verzorgend, in samenspraak met medebewoners. Hoe dient de mens in alles maat te vinden, te houden en te stichten?

☼ Het vierkant oogt hard en hoekig en concretiseert in haar vorm het vaste, stabiele, soliede en fundamentele.

☼ Het vierkant benadrukt de eindigheid in tegenstelling tot de oneindigheid, gesymboliseerd in de cirkel.

☼ Het vierkant staat voor helderheid en duidelijkheid: er vierkant voor gaan staan in alle openheid en transparantie.

☼ Het vierkant kenmerkt zich in zijn gelijkmatigheid als voor de hand liggend en beheersbaar te overzien.

☼ Het vierkant is volgens Plato, naast de cirkel, een vorm van volmaakte schoonheid.

☼ Het vierkant biedt in zijn onbewogen rust alle ruimte voor onrust en beweging; met zijn diagonalen vormt het een statisch kruis in een dynamisch verband.

☼ Het vierkant als een omheinde en ommuurde veste biedt ofwel beschutting en behuizing, ofwel een benauwende gevangenis.

☼ Het vierkant vormt als een 'Temenos' een heilig, afgesneden, onschendbaar, stuk land, omheind, ompaald, waarop een tempel stond, gewijd aan een onsterfelijke god, die o.a. ruimte bood aan vluchtelingen en benut werd voor openbare diensten.

☼ Het vierkant als streng geometrische vorm komt in de natuur überhaupt niet voor.

☼ Het vierkant is hooguit te vinden in bepaalde vormen en formaties van gesteenten, met name in al haar hoekigheid en hardheid of in bepaalde kristalvormen.

☼ Het vierkant in al zijn geometrische figuraties, van kubus tot een vierkant gehouwen blok steen, is een daadwerkelijke en uitdrukkelijke schepping van de mens.

☼ Het vierkant ontstaat als de mens in de aarde zijn voren trekt om het land te bebouwen, dan wel om stenen te houwen teneinde bouwwerken te bouwen.

☼ Vierkanten en rechthoeken vormen het landschap en tonen in velerlei vormen de zich uitbreidende cultiveringsarbeid van de mens.

☼ In het vormgeven aan een vierhoekig en of vierzijdig 'veld' in velerlei vormen, gaat het in principe om het afbakenen van het oer-eigene en het uitsluiten van al het andere dan het eigene, om het uiteindelijk in bezit te kunnen nemen en zich erin te kunnen vestigen, hetgeen in het ont-eigenen tot 'vervreemding' kan leiden.

Das 'Geviert' zoals Martin Heidegger dat heeft uitgewerkt, accentueert daarentegen een heilige en of helende ruimte, waar geen ongenode mag binnentreden, tenzij er in een wederzijdse dienst gewerkt wil worden aan het wezenlijke.

☼ Das Geviert 'ontziet' en 'laat in zijn wezen' deze vierledigheid en biedt haar een thuis, een dôme. 'Das Geviert' symboliseert de fundamentele dimensies van het Zijn, vier dimensies om het Zijn in beeld te brengen. 'Das Geviert' behoedt de relatie tussen 'de hemel en de aarde, de goddelijken en de sterfelijken'.

☼ 'In het redden van de aarde, in het ontvangen van de hemel, in het verwachten van de goddelijken en in het begeleiden van de stervelingen komt het behuizen tot zijn wezen als het viervoudige verschonen van het Geviert.' (Heidegger)

☼ Deze heilige ruimte vinden we in velerlei vorm terug in tempels en kloosters als het binnenste vierkant, het allerheiligste en of een binnenhof, de kruisgang en of ommegang, alwaar de kloosterling meditatief 'das Geviert' kan omschrijden.

☼ Deze omvattende ruimte vinden we tot de dag van vandaag in seculiere vormen terug, speel-velden van velerlei aard t.b.v. daartoe geëigende spelers met de daaraan verbonden spel- en speelregels.

☼ In menig spel wordt de vierkante afgeronde dobbelsteen gehanteerd, alwaar hij al rollend tot stilstand kan komen om het lot van het verdere spel te bepalen.

☼ Het spreekwoordelijke gezegde, 'de teerling is geworpen' is een metaforische beeldspraak om een niet meer terug te draaien beslissing aan te duiden.

☼ Vandaar dat dobbelsteen en vierkant van oudsher staan voor een heldere en duidelijke concretisering, zo is het en niet anders, 'take it or leave it'.

☼ Het vierkant betreft een hoeksteen, niet te negeren of over het hoofd te zien, dan wel dat een steen des aanstoots, de steen die de bouwlieden hadden verworpen, alsnog tot hoeksteen kan worden verkozen, om het nieuwe bouwwerk te funderen.

☼ Een markante overgang tussen een matriarchale en patriarchale optiek vinden we paradigmatisch gezien o.a. in het vormgeven aan meer ronde organische vormen in het mythische paradigma en meer vierkante rechthoekige vormen in het ontologische paradigma.

☼ Het Engelse 'square thinking' vormde een cultuurkritische noot teneinde een tegenbeweging in te zetten, om weer 'out of the box' te kunnen gaan denken, onconventioneel, vanuit een nieuw perspectief en of een nieuw paradigma inluidend, in deze het 'vierkante denken' weer overstijgend.

☼ Een strikt vierkantige plattegrond vinden we in de bouw van de piramiden, waar het vierkant vierledig verbonden wordt met de driehoek, waardoor het kristallijne karakter van de piramidevorm meer dan duidelijk en helder wordt, enerzijds het aarde element en anderzijds het vuur element verbeeldend.

☼ Het vierkant is volgens Jung een archetypische gestalte, die zich in velerlei vormen weet te manifesteren, van oost naar west door alle culturen en tijden heen, terug te vinden in tempels, altaren en steden, kosmische en terrestrische verbanden in beeld brengend.

☼ Het vierkant afgebeeld op borst en buik van een mens en die weer op een schaal uit West Noorwegen, negende eeuw, laat een leeg vierkant zien ter hoogte van de zonnevlecht, met er omheen 8 vlakken: twee op de verticaal, twee op de horizontaal en vier op de twee diagonalen; de eerste vier met ieder twee opposiet liggende winkelhaken en de laatste vier met een schaakbord structuur. Deze verbinding vormt geen toeval of willekeur, het vergt een symbolische duiding, mogelijk analoog aan het grondpatroon. In ieder geval de vier kardinale punten en haar haakse wendingen en de vier kwadranten met ieder hun specifieke analoge veldwerking. In deze zinnebeeld de mens het diagram en of dynagram, hetgeen is uitgewerkt in het duogram en het dictogram.

☼ Het vierkant wordt in het oude China gerelateerd zowel aan de aarde als aan de kosmos.

☼ Het vierkant wordt daarentegen in bijvoorbeeld de christelijke kunst gerelateerd aan de aarde en de cirkel aan de hemel.

☼ Het vierkant wordt door de Phytagoreërs gezien als een zinnebeeld voor de vereende werking van de vier elementen en verbonden met de vier godinnen: Aphrodite, Demeter, Hestia en Hera met Rhea als hun synthese en oergrond.

☼ Het vierkant wordt gerelateerd aan moeder aarde, het vrouwelijke, het getal vier, volgens Jung symboliseert het vierkant de materie, het lichaam en de realiteit.

☼ Het vierkant zinnebeeld volgens de matriarchale indianenstammen de grondstructuur van de hele kosmos en daarmee is de cirkel rond:) bezien vanuit de oude migratiestromen.

☼ De Popol-Vuh, het heilige boek van de Quiché-Maya's: Hoe alles werd geschapen in de hemel en op aarde, hoe het werd gevormd en verdeeld in vier delen, hoe het werd gerangschikt en hoe de hemel werd gemeten en hoe de meetlijn in de hemel en op aarde werd uitgerekt in de vier windstreken, in de vier hoeken, volgens de instructies van Tzakol, Bitol, Alom en Cajolon....en toen de lijnen en parallellen van hemel en aarde getrokken waren, had alles zich voltooid, en het was goed afgemeten en vierhoekig. (Herder Lexikon Symbole, S. 128)

☼ De Chorti-Maya's laten zien hoe het kosmische vierkant gevormd wordt door de vier uiterste punten op de zichtbare horizon, alwaar de zon op haar baan door het jaarverloop heen, zich ophoudt op de zonnewende posities, terwijl de kardinaalpunten van oost, west, zuid en noord door de snijpunten van het kosmische kruis met zijn zijden gemarkeerd worden.

☼ Zowel de kubus als dobbelsteen met hun 6 vierkanten zijn onderhevig aan de symboliek van het vierkant.

☼ Door haar drie dimensionale vorm wint de kubus aan ruimtelijkheid, plasticiteit en lichamelijkheid.

☼ In vergelijking met het vierkant, liggend in het horizontale vlak met haar lengte en breedte, het domein van de mens, kan de kubus met haar hoogte een meer transcendente dimensie verbeelden, zie bijvoorbeeld de aloude kubusvormige altaren.

☼ De kubus als dobbelsteen, fascineert door haar afgewende en toegewende zijden, haar onzichtbare en zichtbare vlakken en vooral door haar onvoorspelbaarheid.

☼ Behorend tot de platonische lichamen, symboliseert de kubus het aarde element.

☼ De kubus symboliseert het vaste, het onveranderlijke en het eeuwige; zo zinnebeeld de evangelist Johannes het Hemelse Jeruzalem als een kubus.

☼ Dwangmatige tendensen in een mens kunnen zich uiten in het nutten van vierkante afbakeningen om angsten af te weren en of emoties te ordenen.

☼ Dwangmatige tendensen kunnen zich manifesteren in een wijze van schematiserend, formaliserend denken dat meer rechthoekig, rastervormig, hokjesachtig, gekaderd van aard is, waarin alles over één kam gescheerd wordt om zichzelf te rechtvaardigen.

☼ Een vierkant als in een betonnen bunker gepantserd levenloos denken staat dan niet meer open voor vitale, fantasievolle, speelse en dynamische wendingen.

☼ Een verabsoluteerd vierkant denken bewerkt op velerlei wijzen, mateloosheid en onmatigheid in de hand.

☼ In de bouwkunst vinden we zowel in de Islamitische als Gotische bouwwerken de tendens om de zware kubische bouwelementen als aanvankelijke basisvorm te verluchtigen met speelse, spitse rondingen en koepels. Horizontale immanente aardse dynamieken werden door verticale transcendente hemelse dynamieken gecompleteerd, waaronder de Hagia Sophia, de heilige wijsheid, te Constantinopel.

☼ In de hindoeïstische, (zen)boeddhistische meditatie technieken vormt de mandala van het vierkant met de ingesloten cirkel het hulpmiddel om zich te centreren en te concentreren.

☼ Helpend is evenzeer het vierkante labyrint met haar rechthoekige meanderende banen te lopen, dan wel het meditatieve schreiden door het vierkant, zoals in de zen-boeddhistische Kinhin geoefend wordt, zorgvuldig voet na voet neerzettend vanuit het gecentreerde en geconcentreerde Hara, telkens van perspectief en blikrichting wisselend.

☼ Psychotherapeutisch kan men in een vastgelopen situatie iemand begeleiden te zoeken naar nieuwe perspectieven, er anders tegenaan te kijken door een vierledige perspectiefwisseling.

☼ Tegen de rechtlijnigheid en rechthoekigheid ontstaat rond 1900 een tegenbeweging waaronder Jugendstil en Anthroposofie, verder door F. Hundertwasser middels o.a. zijn 'Verschimmelungsmanifest' in 1958 en wat hij noemt 'Schachtelmenschenperspektive'. 'De rechte lijn is amoreel en goddeloos. De rechte lijn is geen creatieve lijn maar een reproducerende lijn. In haar woont noch geest noch menselijkheid, maar eerder de wellustige gemakzucht van een hersenloze massamier.' Steriele monotone rechthoekige bouwwerken waar de geïnterneerde mens met zijn vierkante kop, naar lichaam ziel en geest, wel ziek moet worden.

☼ Vierkant en dobbelsteen fungeren met hun acht hoeken enerzijds als een steen des aanstoots, de objectieve weerbarstigheid van het bestaan illustrerend. Anderzijds fungeren vierkant en dobbelsteen o.a. als de steen der wijzen evenzeer als een symbool m.b.t. zelfverwerkelijking en zelfrealisering.

☼ Vierkant en dobbelsteen symboliseren een vierledige structuur, uiterlijk verwijzend o.a. naar de vier hemelrichtingen, de vier elementen, de vier jaargetijden, de vier wereldtijdperken; innerlijk verwijzend o.a. naar de vier temperamenten, de vier typologieën (Jung), de vier wezensleden, de vier leerstijlen (Kolb), de vier fasen in de persoonlijke ontwikkeling en de vier incarnatiefasen van de Zelfverwerkelijking.

Driehoek - 'das Dreieck - das Bezogen-Sein'

☼ De driehoek symboliseert een dynamisch spanningsveld tussen drie zijden en drie hoekpunten en vormt daarmee een drieledige structuur.

☼ Een drieledige structuur die ten diepste een verhouding symboliseert waarin betrokkenheid speels aan de orde treedt.

☼ De driehoek als Gestalt.

☼ Tussen alle veelhoeken is de driehoek de meest elementaire vorm, men kan wel zeggen een grondvorm.

☼ Een driehoek bestaat uit een basis en twee schuine zijden die elkaar ergens, naar gelang de ligging, bovenin of onderin, links of rechts, snijden.

☼ Een driehoek kan zowel naar boven als naar beneden wijzen en symboliseert vanouds respectievelijk een mannelijke en een vrouwelijke driehoek.

☼ Een driehoek kan in vele varianten vormgegeven worden: gelijkbenig en ongelijkbenig, gelijkzijdig en ongelijkzijdig, met gelijke en of ongelijke hoeken, met spitse en stompe hoeken.

☼ Een driehoek verenigt en harmonieert op een subtiele wijze zowel statiek als dynamiek, respectievelijk verwijzend naar de basis als naar de beide benen.

☼ Een driehoek kan zowel in de breedte als in de hoogte variëren, naar gelang de lengte van de basis en haar benen; ze kan meer liggend en of meer staand vorm gegeven worden, respectievelijk actiever en passiever.

☼ De staande gelijkzijdige driehoek met de punt naar boven, staat in haar specifieke opwaarts strevende dynamiek voor het archetype van de drieledigheid.

☼ Haar meest karakteristieke (streng hiëratische vorm) komt tot uitdrukking in de Oudegyptische Pyramide met haar vier opwaarts strevende gelijkzijdige driehoeken op basis van het liggende vierkant, een met spanning geladen, appellerende, masculiene grondvorm.

☼ Daarentegen beeldt de feminiene vorm de wijze waarop de transcendente dynamiek kan indalen in de diepten van het bestaan om zo haar inwoning te kunnen ontsluiten.

☼ De driehoek in een streng geometrische vorm, komt in de natuur nauwelijks voor, tenzij in kristalroosters en in velerlei gewrichtsvormen en of aanhechtingen van stengels en takken, min of meer terug te vinden bij mens, dier en plant.

☼ Als streng geometrische vorm ontspringt de driehoek net als het vierkant uit het menselijke vermogen te construeren, evenwel is de driehoek in haar vormenrijkdom onvergelijkbaar veel dynamischer dan het vierkant.

☼ Vandaar dat de driehoek een onuitputtelijke rol speelt in het construeren van velerlei bouwwerken, met name in gevels, geveltoppen en dakconstructies.

☼ De driehoek participeert in de getals-symboliek aan het getal 3, zoals het vierkant verwijst naar het getal vier. In deze symbolische functie zijn de getallen primair en de vormen secundair.

☼ Het getal 3 wordt symbolisch geduid als een bemiddelende synthetische functie tussen het getal 1 en het getal 2.

☼ In de polaire dynamiek staat het getal 3 voor de hemel en het getal vier voor de aarde, respectievelijk een oneven, dynamische, masculiene en een even, statische, feminiene karakteristiek. Analoog onder andere verwijzend naar respectievelijk het element vuur en het element water, de Lingam en de Yoni.

☼ In de alchemistische traditie verbeelden de vier driehoeken de onderscheiden elementen: vuur en water (verticaal gepositioneerd), naar boven en naar onder wijzend, aarde en lucht (horizontaal gepositioneerd), respectievelijk naar onder en naar boven wijzend, zij het dat door deze twee driehoeken een evenwijdige lijn (aan de basis) loopt en in de eerste twee niet. Mogelijk zijn ze qua positionering, wat betreft het vuur en het water element, in deze de verticaal, min of meer analoog aan de aloude Chinese King Wen systematiek. De vraag is echter in hoeverre de westerse elementen al of niet analoog verstaan kunnen worden met o.a. die van de Chinese elementenleer. Verder onderzoek vooronderstelt de herwaardering en herintroductie van het beeld als voertuig om dynamieken systemisch te leren verstaan, aangezien het kwalitatieve elementen betreffen. Veelal zijn de betreffende fenomenen inadequaat vertaald uit het chinees.

☼ Symbolisch gezien komen in de aloude mythische tradities talloze triaden voor, zowel met betrekking tot goden als godinnen, als met betrekking tot symbolische uitbeeldingen, zoals o.a. de Shri Yantra in het Hindoeïsme en de triniteitsuitbeelding in een driehoekige nimbus.

☼ In de Griekse traditie zien we Persephone, Demeter en Hekate, de drievoudige godin, respectievelijk o.a. lente, zomer en herfst dynamieken verbeeldend.

☼ In de Pythagorische traditie wordt het Al en alles daarbinnen begrensd door het getal drie, in deze begin, midden en einde, waaraan alles is onderworpen.

☼ In de Egyptische traditie vinden we Isis, Osiris en Horus, de oorspronkelijke drie-heid verbeeldend, respectievelijk moeder, vader en kind.

☼ In de Indische traditie vinden we Brahma, Vishnu en Shiva als een archetypische masculiene godentrias, een trimurti (triniteit), met name in het monistische smartisme (Sanskriet: smartra = iemand die zich herinnert, smr = herinneren). Het Trimurti symbool beeldt de driehoek met aan de basis een schildpad, Vishnu verbeeldend; in het midden een Lotus op een schedel, Shiva verbeeldend en achter de driehoek een alles doorstralende zon, Brahma verbeeldend.

☼ In de Christelijke traditie vinden we de drie kardinale deugden van geloof, hoop en liefde.

☼ In de Alchemistische traditie vinden we de drie dynamische grond principes: zwavel, zout en kwikzilver, katalysatoren in een object- en subject betrokken veranderingsproces.

☼ In de filosofische traditie zoekt men naar het ware, schone en goede, analoog aan het denken, voelen en willen, uitmondend in metafysiek, esthetiek en ethiek.

☼ In sprookjes komt het getal drie in velerlei vormen terug, onder andere in de drie beproevingen of raadsels die de heldin moet doorstaan of oplossen aleer zij haar doel kan bereiken.

☼ Een rhombus verbeeldt in een verticaal staande ruitvorm de synthese tussen een masculiene en een feminiene driehoek; de basis van de twee driehoeken raken elkaar op de horizontale middenlijn van de quadrilaterale rhombus, met haar vier gelijke zijden. Vandaar dat het staande dynamische kruis terug is te vinden in de ruitvorm, daarentegen vinden we het statische diagonale kruis terug in het liggende vierkant.

☼ Een Davidster verbeeldt als een zeshoekige ster de symbolische ineen-verstrengeling van de masculiene en feminiene driehoek en dito krachten.

☼ Een piramide verbeeldt een Gestalt, die op een vierkante plattegrond (zwaar op de grond rustend), vier driehoeken (steil naar de hemel wijzend) samenvoegt in haar spitse top, daarmee verwijzend naar de zon en de zonnegodheid Amon-Re die aan al het aardse leven zijn krachten schenkt.

☼ Vele Griekse tempels hebben een driehoekige geveltop of fronton ter bekroning van de ingangspartij.

☼ Het Godsoog wordt in de 17e en 18e eeuw afgebeeld in een met de punt naar boven verwijzende driehoek.

☼ In een meer existentiële psychologische context vinden we de driehoeksverhouding tussen moeder, vader en kind en of in een driehoeksverhouding tussen onderscheiden partners en al of niet nader te karakteriseren door een dramadriehoek tussen aanklager, slachtoffer en redder.

☼ De driehoek zinnebeeld in deze de dynamische drieledige betrekkingsruimte waarin de verhouding op onderscheiden wijzen in on/vrijheid gestalte kan krijgen.

☼ In een driehoeksverhouding staan wil evenzoveel zeggen als in betrekking staan, al of niet op een heteronome en of autonome wijze, al of niet op een onvrije en of vrije wijze, al of niet op een masculiene en of feminiene wijze, al of niet in een opwaartse dynamiek met de punt naar boven en of in een neerwaartse dynamiek met de punt naar beneden wijzend, al of niet meer discentrisch en of concentrisch gericht, al of niet meer naar het verleden en of naar de toekomst gericht, kortom de driehoek staat voor een spanningsvolle verhouding waarin de ingenomen posities naar elkaar verwijzen in en vanuit een specifieke betrekking, al of niet op de drie zijden nader te specificeren.

☼ In een driehoek existeren wil zoveel zeggen als 'uitstaan naar' (ex-sistere); waarheen men zich wil realiseren, afhankelijk van de verwijzende driehoekspunt, al of niet toekomstig, al of niet gericht op het verleden, dan wel transcendentie en of immanentie nastrevend.

☼ Een driehoek verbeeldt in deze tijd en of ruimte, respectievelijk horizontaal en of verticaal georiënteerd, in deze fungeert de driehoek als een perspectief.

☼ Twee elkaar kruisende driehoeken op de horizontaal verbeelden de dimensie van de tijd, ingespannen tussen verleden, heden en toekomst. Een drieledigheid van begin, midden en einde; jeugd, volwassenheid en ouderdom.

☼ Zo ook kunnen twee elkaar kruisende driehoeken op de verticaal de onderscheiden dimensies in beeld brengen, als daar zijn hemel en aarde met de mens als burger tussen twee werelden, die van de geest en die van de stof, bewegend tussen boven en beneden, hoogten en diepten van het bestaan.

☼ Enerzijds heeft de driehoek in vergelijking met de andere symboolvormen iets weerbarstigs, anderzijds biedt ze in haar weerbarstigheid juist ook de actuele mogelijkheid tot vervulling, tot het zichtbaar maken van een gegeven drieledig vervulde verhoudingsdynamiek, juist te midden van een weerbarstige werkelijkheid zonder afgrenzingen.

☼ De driehoek biedt in haar talloze variabele vormen juist een menselijke maat: enerzijds een dynamische uniciteit bewerkend en anderzijds vormgevend aan een statisch dynamische balans.

☼ De driehoek staat in haar drieledige dynamiek in verband met o.a. de driekwartsmaat, de wals; driekwartsmaat in muziek en dans verlevendigt en stimuleert.

☼ In het hologram hebben we deze driehoeksverhoudingen vorm gegeven in een 12 puntige ster, gebaseerd op vier driehoeken, twee in de verticale en twee in de horizontale dynamiek gesitueerd en omkranst door een eigen cirkel. Gezien de aard van deze 12 ster hebben we haar vorm gegeven analoog aan het diagram, in deze in rood uitgewerkt, in tegenstelling tot het dynagram in blauw uitgewerkt. Het hologram wordt verder gedifferentieerd in vier elkaar kruisende en overlappende cirkels, elk in een eigen specifieke kleur, zie aldaar.

☼ De 12 puntige ster werd later door één van onze artesS leden (nell’svara’creemers) nader uitgewerkt ten behoeve van het in beeld brengen van Raya Yoga beginselen. Hetgeen nauwelijks lukte in een diagram of dynagram, kon wonderwel vorm krijgen in een 12 ster. Dit was alleen mogelijk daar haar grondige kennis van de Raya Yoga beginselen en het achterhalen van de relevante dynamieken. Dat het in een drieledige systematiek wel kon lukken, laat mogelijk zien hoe het aloude erfgoed nog werd geconcipieerd vanuit een drieledige dynamiek.

☼ In de 12 puntige ster, gebaseerd op een vier maal drieledige verhoudingssystematiek, zijn tot nu toe, als een proeve van onderzoek, een viertal grammen uitgewerkt, zie Raya Yoga. Inmiddels zijn er ook andere 12 ster grammen geconcipieerd, waaronder 'Eigenaarschap', 'Saamhorig werkverband', 'Verbindende communicatie', zie aldaar.

☼ Carl Gustav Jung heeft zich indringend bezig gehouden met de drie staat tot vier verhouding en wist duidelijk te maken dat tussen de getallensymboliek en de geometrische vormsymboliek wezenlijke samenhangen bestaan, die zicht kunnen geven op wezenlijke menselijke bestaansovereenkomsten, zowel in religieuze als culturele uitingen terug te vinden.

☼ Wezenlijke symbolen zijn uit de aard van hun symbolische werking meerduidig complementair tegendelig spiegelend, symbolen betreffen geen eenduidige tekens.

☼ De piramide als symbool mag in haar verschijningsvorm wel een markante synthese genoemd worden tussen enerzijds het basale vierkant en anderzijds de vier opwaarts (en neerwaarts gespiegeld) strevende gelijkzijdige driehoeken. Gekenmerkt door 5 vlakken, in 5 punten elkaar rakend, met in totaal 8 zijden. Op een bijzondere wijze een 8 ledige dynamiek combinerend met een 12 ledige dynamiek en niettemin samenkomend in een gemeenschappelijk hoogtepunt en of midden. (5 + 5 + 8 = 18 = 9 = symbool voor het verborgen midden dan wel een doorgang naar een nieuwe dimensie, bij uitstek de functie van een piramide)

Bij deze een citaat ter illustratie:

'Les propriétés géométriques de la Grande Pyramide ne sont pas accidentelles, mais découlent en quelque sorte organiquemment de l'idée maîtresse consciemment enchâssée dans le triangle méridien. Car une conception géométrique synthétique et claire fournit toujours un bon plan régulateur; celui-ci a l'originalité d'enchainer dans la rigidité cristalline et abstraite de la Pyramide une pulsation dynamique, celle même qui peut être regardée comme le symbole mathématique de la croissance vivante'. (Matila Ghyka, Philosophie et mystique du nombre, 27, Paris, 1952)

Spiraal - 'Die Spirale - das Über-sich-hinaus-Sein.'

☼ De spiraal mag wel gezien worden als het symbool der symbolen. (J.H. Löffler, Begegnungen durch die Spirale, in Spir.All Überall, Hamburg, 1983)

☼ De spiraal als Gestalt laat zich beelden als een in en uitwaarts bewegend lijnenspel van alsmaar na en naast elkaar cirkelende dynamieken.

☼ Dynamieken die spiraalsgewijs zich verwijden van hun midden, dan wel spiraalsgewijs zich vernauwen naar hun midden, daarmee is de tweezijdig strevende spiraal nooit zonder midden.

☼ Dit midden fungeert ofwel als een mogelijk beginpunt dan wel als een noodzakelijk eindpunt, in deze verbeelden ze de dynamiek van verschijnen en of verdwijnen, discentrisch en concentrisch bewegend: ontstaan en vergaan, uitzetten en inkrimpen, leven en dood, licht en donker, bronpunt en afvoerpunt, hoogtepunt en dieptepunt.

☼ Al deze tegendelen zijn onscheidbaar aan en met elkaar verbonden in een dynamisch spiralende dynamiek, die beeldend gezien, zich kan voortbewegen in een golvend meanderend patroon, in de vorm van een lemniscaat, heen en weer voorwaarts spiralend.

☼ Dit midden tussen een links inwaarts en een rechts uitwaarts spiralende dynamiek kan ook gezien worden als een omslagpunt in velerlei verwikkelingen, zoals o.a. van oud naar nieuw en vice versa. Van Yin naar Yang en vice versa, etc.

☼ Spiralen doen zich zowel in het twee dimensionale vlak als in het drie dimensionale bereik voor.

☼ Van oudsher onderscheidt de mens twee spiraalvormen: een links draaiende, tegen de klok in bewegende spiraal en een rechts draaiende met de klokwijzer mee bewegende spiraal.

☼ De links draaiende spiraal beeldt de terug inrollende dynamiek naar het eindpunt, richting dood, involutie en verleden; de rechts draaiende spiraal beeldt de uitrollende dynamiek vanuit het beginpunt, richting leven, evolutie en toekomst.

☼ Eindpunt en beginpunt, beginpunt en eindpunt vormen het verschijn- en verdwijnpunt van het midden van de spiraaldynamiek en daarmee van al wat is.

☼ Rechtsdraaiend vindt expansie, emanatie, ontwikkeling, een voort schrijdend discentrisch proces, plaats; linksdraaiend vindt een terug schrijdend concentrisch proces plaats: een inwikkeling, invoegen, imploderen. Een dynamiek van toenemen en afnemen, van uitzetten en inkrimpen, van verspreiden en verzamelen, vervliegen en weer samenballen, etc.

☼ De dubbele uitrollende en inrollende spiraal is het oudste symbool, dat de mens ooit heeft gebeeld, al of niet in elkaar en of naast elkaar op de horizontaal en of onder / boven elkaar op de verticaal. Begin en einde vallen samen en of vloeien heen en weer en zijn dus in een cyclische dynamiek verweven van opgang en neergang, van verschijnen en verdwijnen, hetgeen in het dynagram als een tijdsordening kan worden gebeeld. Zie het grondpatroon.

☼ De uitwaartse en inwaartse dynamiek kan men ook terugvinden in de psyche van de mens die zich zowel door introversie als door extraversie kenmerkt, het centrum innemend en of het centrum verlatend. Introspectief naar binnen kerend en of naar buiten kerend. Zich richtend op het Zelf en of zich richtend op de Ander. De binnenwereld en of de buitenwereld verkennend.

☼ De mens kan deze inspiralende en uitspiralende dynamiek ook op velerlei wijzen lijfelijk ervaren, van oudsher in de dans, in het labyrint schrijdend, zoals in de oude Kretenzische dansen, in lente en herfst, in zomer en winter. Velerlei kinderspelen dragen hiervan nog de sporen en of gaan kinderen uit zichzelf dit spoor bespelen en beproeven. Het kan nog van therapeutische waarde zijn om het in en uit spiralende vrijuit alleen en of met anderen te gaan dansen.

☼ De Navajo indianen vormden een spiraal in het zand, met vanuit het midden vier onderscheiden slangen naar de periferie, teneinde de vier zijden van de heelheid van de zieke te beelden en er een helingsritueel, met de erin geplaatste zieke, te kunnen vorm geven.

☼ In een drie dimensionale spiraal kan men de ervaring beproeven in hoeverre men omhoog of omlaag spiralend aan hoogte en of diepte kan winnen.

☼ In het spiralend omcirkelen van een probleem kan je al of niet vastlopen en of tot een oplossing geraken, vandaar dat een spiralend heen en weer omcirkelen je meer ruimte en tijd kan verschaffen, dan je erin vast te bijten.

☼ Heen en weer spiralend van kruin tot voetzolen en of ver daarboven en of daaronder, kan behulpzaam zijn om de verticale dimensie in je zelf nader te beproeven op lijfelijk nog on/gekende en of on/bewuste zônes.

☼ In beweging komen doet een weg banen en omgekeerd op weg gaan, helpt je in beweging te komen, zonder in beweging te komen ontstaan geen antwoorden. ('Antwoorden vind je als je in beweging komt.' Sanne van Paassen)

☼ De symboliek van de spiralende dynamiek is nauw verwant met de spiralende vormen die we in de natuur aantreffen.

☼ De spiraal mag wel gezien worden als de oer dynamiek van alle leven met name in het DNA met haar dubbele helix, verder zowel terug te vinden in o.a. de embryonale anatomische ontwikkelingsfasen, de wijze waarop planten en dieren zich ontwikkelen als in de kosmische spiraalnevels.

☼ Een polaire spiralende dynamiek getuigt van een voort-durende involutie en evolutie, inwikkeling en ontwikkeling, zoals het uitrollen en inrollen van een varenblad.

☼ In de oudste megalithische uitbeeldingen vinden we reeds deze in en uit rollende spiraal dynamiek, zowel links als rechts ritmisch windend, dood en leven symboliserend. Men vindt ze in grotten, op graven en altaren van de grote moeder, zoals op Malta, Kreta en in Ierland.

☼ De linksdraaiende spiraal met de midwinter wende in haar midden en de rechtsdraaiende spiraal met de midzomer wende in zijn midden, een ritmische cyclus.

☼ In vele kathedralen kan men, voor zover nog niet gesloopt, de labyrinten terugvinden, die getuigen van deze spiralende zonnedansen, zoals in de kathedraal van Chartres, alwaar o.a. met Pasen, voort en terug schrijdend, het gouden balspel werd opgevoerd in het labyrint, zowel de zonnedynamiek uitbeeldend als de dood en opstanding van Christus in een wederzijds spiegelende analogie.

☼ Zeer bekend is het verhaal van Theseus en Ariadne, die zich afspeelt op Kreta alwaar de draad van Ariadne Theseus hielp de weg terug te vinden, na het doden van de Minotaurus in het labyrint. Voor de uitleg zie o.a. Wikipedia.

☼ Stille getuigen zijn de Keltische en Germaanse veldlabyrinten alwaar de levendige midwinter en midzomer rituelen hebben plaats gevonden (o.a. Wier, Finland, 1838).

☼ Hedendaags kunnen labyrinten nog behulpzaam zijn om in/uitwaarts, omcirkelend wandelend (circum ambulare), je te verhouden tot hetgeen je puzzelt en of ter bezinning op de aan je zelf gestelde vraag. Steeds je zelf hernemend (amplificerend) en uitwerkend in de circumambulatio van het Zelf (Jung, Psychologie und Alchemie).

☼ Zowel F. Hundertwasser als P. Klee hebben zich indringend bezig gehouden met het schilderen van vegetatieve / spiraal dynamieken, in het bijzonder voor Hundertwasser symbool van leven, daar waar de materie ophoudt te zijn en het leven begint te worden. Mooi voorbeeld in deze is zijn schilderij: Das Ich weiss es noch nicht, 1960.

☼ Verder vinden we spiraalmotieven in o.a. de Jugendstil en de schilderingen van Gustav Klimt, waaronder de levensboom met alle bekende archaïsche spiraalvormen. Lebensbaum - Stocletfries, 1905-1909. Het zijn alles behalve oppervlakkige ornamenten op de achtergrond, ze spreken voor de goede verstaander een eigen symbolische beeldtaal, met name om elementaire levensprocessen te beelden. Evenwel vraagt het de wil om je er in te verdiepen. Zie Ingrid Riedel voor haar uitleg.

☼ De twee onderscheiden dubbel spiralen, zowel naar links inrollend als naar rechts uitrollend, kunnen zowel naar links als rechts, naar beneden als naar boven gericht, gebeeld worden en bestrijken daarmee respectievelijk zowel de horizontale als de verticale dynamiek in onderscheiden kwadranten met hun onderscheiden betekenissen. We zien wederom een vierledige dynamiek, die het grondritme van alle leven vormt.

☼ Het begrip voor dit grond ritme in al wat is, ontleende C.G.Jung aan Herakleitos en introduceerde opnieuw het begrip enantiodromie (Grieks: enantios, tegenovergesteld, en dromos, looprichting). Jung paste het toe op de psychè: 'Een te sterke eenzijdige opvatting in het bewustzijn roept onvermijdelijk haar tegendeel op in het onbewuste en produceert daardoor standpunten die in het bewustzijn worden afgekeurd.' Dit komt overeen met het evenwichts-principe in de natuurlijke wereld, in die zin dat levende systemen de ingebouwde neiging vertonen om alle uitersten door middel van de tegenovergestelde krachten weer met elkaar in evenwicht te brengen. (Bron: Wikipedia) Zie ook de Yin - Yang dynamiek in de Chinese systematiek. Zie ook het begrip dialectiek bij onderscheiden filosofen, w.o. Herakleitos. Het fenomeen enantiodromie vinden we terug in het grondpatroon.

☼ Löffler ondernam een symbool analyse en onderscheidde verschillende bewustzijns wijzen, zo verbond hij de spiraal met het universele bewustzijn, verder onderscheidde hij het piramide bewustzijn, het kubusbewustzijn en het kogelbewustzijn. Löffler ontwikkelde teksten en oefeningen om de dynamieken van de spiraal weer innerlijk meditatief te kunnen voltrekken. Zie bovenstaande publicatie.

☼ Heinrich Rombach onderneemt in zijn boek 'Strukturontologie', Freiburg, 1971, een onderzoek naar de grond dynamieken van de spiraal. Hetgeen we hebben uitgewerkt in het grondpatroon, kunnen we nu ook benoemen als de 'ontologie' (de logos van het to ov, de leer van het zijn van het zijnde) van al wat is en wordt. In onze uitwerking: van het ontstaan en het vergaan, van het verschijnen en het verdwijnen, van het ontwikkelen en het inwikkelen, van het evolueren en het involueren, van het ontsluiten en het insluiten, van het ontvouwen en het invouwen, van het openen en het afsluiten, van het beginnen en het voleindigen, met telkens daartussen de omslag, de wending, naar het hogere en of het diepere; in deze zijn alle onderscheiden dynamieken te beschouwen als complementair in de structuurgenese van de werkelijkheid. Rombach differentieert in zijn onderzoek vier categorieën m.b.t. dat dynamische midden: 'Einrollung und Ausklang, Untergang und Ausstoss", te vertalen als inrollen (het wezenlijke weer terugnemend) en eindigen (als in een wegstervend slotakkoord), ondergang en output (dat wat het oplevert, voortbrengt, produceert), een nieuwe impuls voortbrengend, die weer kan uitrollen of in alle openheid en onbevangenheid uitgerold kan worden en zo voortgaand een meander patroon laat zien van keer en wederkeer. Hetgeen in het voorgaande was ingevouwen, kan bij de ontvouwing weer opgeheven worden, hetgeen wezenlijke geacht wordt in een dialectische dynamiek. Continuïteit en discontinuïteit verbindend. Onherhaalbaar herhalend. De omslag kan van viererlei aard zijn: transmuterend, transfigurerend, transformerend en transsubstantiërend. Het midden herbergt in deze omslag een mystiek wonderlijk geheim.

☼ Men vindt onderscheiden pogingen de spiraal weer velerlei te incorporeren: Sri Aurobindo met de bouw van Auroville, F.L. Wright in de bouw van het Guggenheim museum (New York), Spiralische bouwarchitectuur door Leobrand (Oostenrijk), Starhawk in haar boek 'The Spiral Dance';

en of te onderzoeken: Goethe onderzocht metamorfose gestalten van de plant, V. Schauberger onderzocht spiraalvormige wetmatigheden en tot slot Th. Schwenk die op het Max Planck instituut onderzoek deed naar het fenomeen water: 'Das Sensibele Chaos'. Uit alles blijkt dat de spiraalvormige dynamiek gezien mag worden als de grondstructuur in onze werkelijkheid. Deze dynamiek kan men weer op het spoor komen door imaginatie oefeningen en of gewoon wiskundig berekenen zoals uitgewerkt op de online leeromgeving van de Universiteit Twente, zie onderstaande diagram..

Bron: https://olo.utwente.nl/assessment/881/problem/1

☼ ☼ ☼ ☼ ☼