15. Organogram Learning by doing

In dit organogram brengen we weer een diagram in beeld waarin we de vier fasen van het leerproces aan de orde stellen. In deze de onderzoeksfase (waarnemen/gewaarworden - research dynamics), de ontwerp fase (de beeldvorming - human dynamics), de toetsingsfase (de begripsvorming - organisation dynamics) en de realisatie fase (vormgeving - system dynamics).

Je kunt er heel lang over praten, maar je moet het feitelijk doen, wil je leren wat dat allemaal inhoudt en met zich meebrengt. Dat doen en voordoen is hier in kort bestek niet doenlijk, daarvoor moeten we naar de werkplaats. Wie wil is altijd van harte welkom.

Op de werkplaats oefenen we speels aan de hand van een klusje, van welke aard dan ook, zie onze lijst met klussen, cq even zovele onderzoeken en of opdrachten.

Op een speelse wijze hebben we analoog aan het bovenstaande vier eenvoudige begrippen ingevoerd: husselen en puzzelen op de verticaal en knutselen en ritselen op de horizontaal. Je kunt ze ook achtereenvolgens lezen: husselen alvorens te knutselen, puzzelen alvorens te ritselen, het een kan uit het andere voortkomen.

Maar het kan ook anders, dat is eigen aan een diagram, het geeft te denken. Hier is de volg ordelijkheid, zoals in een dynagram, niet noodzakelijk, maar kan je de verschillende mogelijke posities, verbanden en verhoudingen nog bedenken alvorens het in je gaat resoneren. Steeds vraagt het om een speels oefenen.

In de onderzoeksfase kan je één en ander behoorlijk nog door elkaar husselen, sterker, vaak moet je een gestelde klus, probleemstelling, vraagstelling nog volledig uit elkaar husselen, want wat doet zich feitelijk voor? Ja na het nodige gehussel, zit je letterlijk te puzzelen met al die losse stukjes waar je noch kop noch staart in kan ontwaren.

Wie werkelijk onderzoek doet, zit altijd met losse eindjes, met losse feiten, hoe die aan elkaar te knutselen wordt dan een geduldig zoeken naar mogelijke verbanden, maar dan moeten de stukjes wel zijn te onderscheiden, vooraleer je ze aan elkaar kunt verbinden in een hypothetisch verband. Pas dan, zie je letterlijk een mogelijk samenhang ontstaan, hetgeen we de kunst van de beeldvorming benoemen.

Je kunt nog van alles beelden, wellicht is het slechts nog een verbeelden of inbeelden, het vraagt dus om toetsing, om een oordeelsvorming. Dat kan pas als ik het gevormde beeld ook conceptueel ga begrijpen. Want hoe moet je anders toetsen? Uiteindelijk puzzel je net zo lang tot je weet waarom het zo met elkaar al of niet samenhangt. Vervolgens kan je dat nog op vele wijzen toetsen door het te doen, je kunt een experiment of een try out vorm geven. Lijkt makkelijk, maar een goed experiment bedenken om je concept al of niet te verifiëren en of te falsifiëren vraagt het nodige gepuzzel.

Als je eenmaal door hebt hoe het werkt dan ritsel je vervolgens alle onderdelen tot een geheel en ga je er vrolijk mee aan de slag. Maar ook hier, je kunt niet alles aan elkaar ritselen, dat zou al te eenvoudig zijn, je moet wel weten wat je doet en dan lijkt het ogenschijnlijk heel eenvoudig, maar eenieder die onderzoek pleegt, weet beter.