04. Organogram Kennisinstituut

In dit organogram maken we zichtbaar hoe we als kennisinstituut in wording kennismanagement willen verstaan en wel volgens het adagium van Mathieu Weggeman: kennis ontwikkelen (artes technè), kennis combineren (artes sophia), kennis borgen (artes epistèmè), kennis toepassen (artes phronèsis) en bij ons als midden kennis delen (artes vitae), vandaar dat al onze kennis free online staat, delen vormt het grote vermenigvuldigen.

In dit verband zien we ook de term users en builders, hetgeen voor ons betekent, dat we open staan voor diegenen, die het willen nutten en toepassen en voor diegenen, die echt het naadje van de kous willen weten als het gaat om kennis, systeem dynamisch onderbouwd, te combineren, lees integreren.

In onze visie kun je zonder een open systeem model geen kennis integreren, zowel inter als intra disciplinair, zowel tussen disciplines onderling als ook binnen een discipline. Dat impliceert, dat je elke discipline van binnen uit systeem dynamisch dient in te richten alvorens je ze onderling kunt verbinden.

Vandaar dat je op deze website meer bekende als ook wellicht onbekende disciplines ziet voorbij komen, zowel regulier als alternatief, zowel gebaseerd op kwantitatief empirisch als kwalitatief fenomenologisch onderzoek. Voor ons is niets te gek als het om kennis integratie gaat, of het nu om hersengedrag gaat of over wezensleden, oosters of westers gedachtegoed.

We wensen de rede te verbreden en dankzij onze aanpak kunnen we complexe problemen al onderzoekend in kaart brengen alvorens te zoeken naar mogelijke antwoorden, die al of niet een way out in beeld brengen.

Ook hier brengen we in de vier kwadranten, op de diagonale assen gesitueerd, onze vier aandachtsgebieden in beeld; enerzijds research dynamics en system dynamics en anderzijds human dynamics en organisation dynamics. Het blijft een uitdaging deze vier kwadranten te zien binnen een zelfde klasse. Let je op de afzonderlijke begrippen, dan ga je de mist in, het betreft hier wel degelijk een pogen om zowel mens als organisatie systeem dynamisch in beeld te brengen. Hetgeen niet mogelijk is zonder de vrucht van talloze disciplines ook systeem dynamisch onderzoekend in beeld te brengen en wel met behulp van het grondpatroon, de simplex, zoals we dat ontwikkeld hebben. De simplex is de spreekwoordelijke bouwsteen die we trachten te reconstrueren teneinde een complexe werkelijkheid enigszins te kunnen behappen.

Analoog aan deze vier aandachtsgebieden hebben we de vier 'modellen' van Robert Quinn in beeld gebracht, die deels ontwikkelingsgefaseerd verstaan moet worden als wel ook gezien kunnen worden als de vier wezenlijke dimensies in elke organisatie om effectief, efficiënt, flexibel en creatief te kunnen werken. Deze dimensies vragen om een aangepast instrumentarium, achtereenvolgens door Quinn benoemd als het rationele doel model (hoe effectief je doel te bereiken), het interne proces model (hoe efficiënt je doel te bereiken), het human relations model (hoe flexibel je doel te bereiken) en tot slot het open systeem model (hoe creatief je doel te bereiken), teneinde het systeem denken mogelijk te maken en wel interactief en pro-creatief (zie in dit verband ook het proefschrift van Teun Hardjono).