De Signatura Rerum

Titel illustratie van Michael Andreae met zijn inleiding bij deze illustratie, opgenomen in de verzamelde werken van Jacob Böhme (1575-1624), uitgegeven 1682, te Amsterdam.

Het is hier op de website geplaatst ter illustratie van het grondpatroon, dat ooit door artesS werd ontwikkeld, alvorens kennis te hebben gehad van het werk van Böhme en Andreae. Het is zeer wel een symbool, maar niettemin nadrukkelijk niet onder symbolen geplaatst, maar als een 'teken dat te hervinden is in ons aller werkelijkheid', hetgeen artesS tracht te reconstrueren als een 'grondpatroon'.

Een nagenoeg zelfde 'grondpatroon' werd door Böhme, ongeveer 400 jaar geleden, op zijn wijze zelf uitgewerkt en beschreven in zijn '40 vragen over de siele'. In de vertaling (1642) van Abraham Willemsz van Beyerland (1586-1648): "Den Philosophischen Koogel, ofte Het wonder-oogh der Eeuwigheijt; zijnde den Spiegel der Wijsheijt." De vrouwelijke wijsheid, verwijzend naar de Sophia, vandaar artesS, artes Sophiae, de kunst der Wijsheid, de naam van onze stichting, zie statuten, zie Spiegel der Wijsheijt voor de verdere uitwerking ervan.

Van de signatuur van alle dingen.

'Eén enkel teken is het slechts waarmee de Godheid zichzelf heeft afgebeeld en daarmee ook alle schepsels hun teken heeft gegeven, zodat zijn aanwezigheid in alles zij en toch ieder schepsel haar bijzondere eigen teken, figuur en gestalte zou hebben, opdat het als een afzonderlijk wonder van het hemelse of aardse Mysterie zou verschijnen.

Dat is het + en x (staande en liggende kruis) in haar bol en natuurrad van Mercurius, dat door alle 3 principes heen gaat, en dat in het derde principe door alle rijken van mineralen, planten en dieren heen gaat. Waarvan aan de onderzoeker van het goddelijke geheim de wonderlijke diepte getoond wordt.' (Michael Andreae)

(Noot: Mercurius of kwikzilver speelde in navolging van Paracelsus bij Böhme een fundamentele rol als natuureigenschap: namelijk de meest fundamentele dynamiek van het systeem, die het rad van de natuur, zijnde een systeem, in beweging zette.)

(Met 'Die Drey Principien' of werelden doelde Böhme op de duistere wereld (het eerste Principium) en de lichte wereld (het tweede Principium) met in hun midden het derde Principium, de materiële wereld; door Michael Andreae op een aparte prent gebeeld in een verticale as, respectievelijk: onder (donker), midden en boven (licht). In het midden van de materiële wereld beeldt hij een achtledige zonnedynamiek met er omheen de maan en 16 sterren, gegroepeerd in 3 x 5 plus 1.)

(Bron: Oog voor de wereld: de visionaire denker Jacob Böhme, catalogus bij de tentoonstelling (2019-2020) van de manuscripten rond het werk van Jacob Böhme in de Bibliotheca Philosophica Hermetica te Amsterdam, Embassy of the Free Mind.)

De Signatuur aller dingen nader bekeken, een eerste proeve.

We zien bovenstaand een gravure van Michael Andreae ter illustratie van een onderdeel uit het verzamelde werk van Jacob Böhme, met een zelfde titel en een verkorte door Michael beschreven notie aangaande de inhoud van dat werkje. Zo heeft hij 22 titel illustraties gemaakt voor het in 1682 uitgegeven verzamelde werk van Böhme. Andreae kwam uit Riga naar Amsterdam, leerde daar Johann Georg Gichtel kennen en werkte mee in het redactionele team ten behoeve van boven vermelde publicatie.

Maar helaas viel hij kort na 1684 in ongenade bij Gichtel en verdween met naam en illustraties uit de volgende herdrukken van dit verzamelde werk van Böhme. Pas in 2002 werd zijn naam als illustrator ontdekt in een dagboek van Johann Heinrich Pothoff.

(Zie voor verdere details, de betreffende publicaties, w.o.: 'Oog voor de wereld, De visionaire denker Jacob Böhme', uitgegeven door Embassy of the Free Mind.)

Teksten van Böhme (1575-1624) en illustraties van Andreae (rond 1680) zijn dus niet tegelijkertijd ontstaan. Zeker doet zich de vraag voor, toen al en nu weer, in hoeverre tekst en beeld elkaar aanvullen en of verduidelijken? Evenwel was en is men gewoon tekst te willen begrijpen, maar hoe dat te relateren aan het verstaan van beeld als een weergave en of uitdrukking van de essentie van de betreffende tekst? Daartoe dienen we het beeld te kunnen lezen als beeld, los van de al of niet begeleidende teksten van Andreae, dan wel verwijzend naar de teksten van Böhme.

Ons inziens, is het dus zeer de moeite waard een poging te wagen deze bovenstaande titel-illustratie enigszins, naar voortschrijdend vermogen, te leren lezen als een uit zichzelve verschijnend beeldverhaal. Gezien onze ervaringen met het leren lezen van beeld en symbool, mag men wel vooraf constateren dat Michael Andreae kennis van zaken had en zeer wel saillante details zodanig in beeld wist te brengen, dat ze ook werkelijk het gezegde zonder tekst 'illustreren', dat wil zeggen adequaat aan het licht brengend.

We moeten het eerst zoveel mogelijk doen met wat hij letterlijk in beeld heeft gebracht, want er zijn even zovele symbolen, als zeer diverse studies over hun betekenissen, uit tal van culturen, religies en hermetische tradities. Ook hier je kunt beginnen met symboolstudies en of je begint heel 'simpel' met te kijken wat Andreae tracht te beelden en je zelf vragen te stellen om via het geziene het nog ongeziene aan te boren, zo zijn de 2 bovenste dierenriem tekens net minder verborgen achter de vleugels als de onderste twee dierenriemtekens achter de kubus, toeval?

Wat hij, om ergens te beginnen, illustreert is een cirkel, van buitenaf naar binnen toe met een aantal sferen en of lagen. De buitenste sfeer met de klassieke dierenriemtekens op bepaalde posities en gelardeerd met de benodigde sterren, het hemelruim in beeld brengend, de kosmos, de macrokosmos. Let wel tekens die een kwalitatieve dimensie beelden, zoals Ram, Stier, Tweelingen, etc. alle twaalf tekens staan hier min of meer in beeld en wel op bepaalde posities, bezien vanuit de geometrische tekening van de cirkel met het desbetreffende staande kruis in het midden, de twee diagonalen van het liggende kruis en de vier ringen die het kruis differentiëren, al of niet in vier cirkelvormige sferen en of lagen.

De dierenriem tekens verwijzen naar de klassieke sterrenbeelden en de vraag rijst, verwijzen ze naar de actuele astronomische stand van deze met het oog waar te nemen sterrenbeelden en of duiden ze iets anders aan? Wellicht de kwalitatieve dynamieken die per kwadrant hun invloed doen gelden? En wel in relatie tot, per drie dierenriem tekens, het betreffende planeet teken? Mars staat dan in relatie tot Ram, Stier en Tweelingen; Saturnus in relatie tot Kreeft, Leeuw en Maagd; Jupiter in relatie tot Weegschaal, Schorpioen en Boogschutter; Venus in relatie tot Steenbok, Waterman en Vissen? Wat betreft de al of niet analoge verwijzingen tasten we nog in het duister. Wellicht vraagt dat meer kennis van deze tekens? Laten we het lezen vereenvoudigen.

Je kunt ze niet anders lezen dan middels datgene wat Andreae visueel in beeld heeft gebracht. We zien dan dat de rechterzijde van deze cirkel donkerder is gekleurd dan de linkerzijde, die veel lichter is, evenwel zien we aan de buitenzijde een vervagend donker randje. Met andere woorden ondanks de lichte linkerzijde blijft de donkere rand als voorwaarde manifest. Licht en donker vormen twee wezenlijke thema's, zowel in het denken van Böhme als in de symboliek. Wat Andreae duidelijk laat oplichten, ook in de donkere rand van de buitenste cirkel, zijn dus deze tekens, in deze als lichten die te lezen zijn voor wie daartoe oog wil krijgen.

We kunnen stil staan bij de betekenis van ieder van deze 12 dierenriem tekens, maar dat voert in dit verband nu te ver, vandaar laten we eens kijken naar de twee bovenste dierenriem tekens, links van de met de punt naar boven wijzende vurig vlammende driehoek, met in het midden de 8 stralige Zon, het teken Tweeling en rechts ervan het teken Kreeft en onder haast verborgen achter de kubus met de Maan midden in de met de punt naar beneden wijzende driehoek, aan de voorkant van wat lijkt op een kubus, rechts het teken Boogschutter en links het teken Steenbok.

Niets van wat daar is afgebeeld is zonder zin en betekenis, maar we kennen doorgaans deze klassieke tekens niet meer met de toenmalige eraan verbonden betekenissen. Want wat zeggen juist die vier dierenriem tekens in relatie tot die twee opposiet gespiegelde driehoeken? Wat het beeld in één oogopslag laat zien, dat valt met bladzijden tekst nog niet uitputtend te verhalen. Maar men mag aannemen dat Andreae zeer wel thuis was in al deze symboliek, anders had hij ze zo niet kunnen positioneren. Om er enigszins bij te kunnen komen, moeten we iets invoegen wat menigeen wellicht niet meer kent en dat is dat de dierenriem tekens van oudsher verbonden werden met de vier klassieke elementen: aarde, water, lucht en vuur.

Hij brengt heel centraal (middels de verticaal) vier dierenriem tekens in relatie tot de twee tegenover elkaar staande driehoeken en wel met op de verticaal de tegenover elkaar gelegen symbolen van de 8 stralige zon boven, in een rechtopstaande driehoek en de onzichtbare nieuwe maan in relatie tot de aan de bovenzijde door de zon beschenen maansikkel, in een naar beneden wijzende driehoek, deels verwijzend naar de ons bekende hemellichamen, respectievelijk aan de dagzijde, boven en aan de nachtzijde, onder aan de verticaal en cirkel. Op de horizontaal van het kruis staan geen tekens, noch die van de vaststaande dierenriemtekens, noch die van de betreffende beweeglijke planeten aan het firmament. Met andere woorden de verticaal wordt hier beeldrijk gestoffeerd met liefst 2 x de daar benodigde symbolen. Waar staan ze dan voor?

Kort verhalend, met de vier dierenriemtekens brengt hij de vier elementen in beeld, respectievelijk, bovenin: tweelingen / lucht, kreeft / water; onderin: boogschutter / vuur, steenbok / aarde. Met andere woorden met deze vier dierenriem tekens staan deze vier klassieke elementen centraal in dit hele kruis en wel op de verticaal van het staande kruis. De verticaal dient blijkbaar iets te verbeelden tussen beneden en boven, tussen aarde en hemel, tussen donker en licht, tussen maan en zon, tussen ... en ...? Mogelijk de klassieke verwijzingen inzake maan en zon, het vrouwelijke (met de driehoek naar beneden wijzend) en het mannelijke (met de driehoek naar boven wijzend), de sophia en de christus betreffende?

Bovenin staan de twee elementen lucht en water en onderin eraan gespiegeld aarde en vuur; wat wil Andreae hiermee zichtbaar maken? Als je zo hier en daar rondneust met betrekking tot diverse posities, blijkt het niet zomaar om het even te zijn waar je de elementen ten opzichte van de verticaal en of horizontaal positioneert in de cirkel? Met deze positie wil de beeldenaar blijkbaar iets laten oplichten wat wezenlijk is, maar niet zomaar aan de openbaarheid mag worden prijs gegeven, je wordt dus uitgenodigd je innerlijke oog te scholen, te leren schouwen, wil je meer te weten komen. De weg daartoe is juist niet in boeken te gaan neuzen, maar binnen deze gravure te blijven rondneuzen. Je moet dan methodisch gezien je niet blindstaren op één of ander detail, maar het is dienstig juist verbanden en verhoudingen te gaan bespeuren tussen, bijvoorbeeld in dit voorbeeld, lucht en water in relatie tot boven, de rechtopstaande vlammende driehoek met de twee vleugels en de twee dierenriemtekens.

Maar wellicht nog meer, gezien de driehoek boven de zodiak cirkel, met twee vleugels aan weerszijden en vooral zeven overlangs gestreepte stralenbundels die naar boven en schuin naar beneden stralen, langs de buitenste rand van de lichte en donkere kant van de cirkel, die nagenoeg de hele breedte van deze illustratie beslaan.

Zo te zien, zetten deze stralen zich niet voort tot onder aan de illustratie, want daar staan 14 dwarsgestreepte stralen getekend. Dwars gestreept opposiet aan de overlangs gestreepte stralen, hoe precies is deze Andreae wel niet. Het hemelse zevenvoudig in beeld gebracht en het ondermaanse aardse 14 ledig in beeld gebracht, daarmee een verdubbeling van het getal zeven, voor Böhme de zeven grond dynamieken van al het geschapene, maar blijkbaar vinden we in het ondermaanse een duale tendentie tussen licht en donker, goed en kwaad, verbeeld in de paradijselijke boom betreffende de kennis van goed en kwaad, staande naast de levensboom. Waar die voor staan heeft de filosofe Welmoed Vlieger prachtig beschreven op haar website, zie aldaar.

Onderaan vinden we een precies getekende plattegrond, van een ommuurde binnenhof met acht vakken en een centraal kruis met een cirkel in het midden en in de muren 4 x 3 poorten. Dat brengt ons langs een omweg naar de 12 dierenriem tekens. Het getal 12 verwijst blijkbaar zowel in de buitenste sfeer, de macrokosmos als naar de ommuurde ondermaanse binnenhof verdeeld in acht vakken met een cirkel in het midden. Zo boven zo beneden, luidde het oude hermetische gezegde. Maar hoezo boven een twaalftal zodiak tekens en in de binnenhof maar acht vakken met een negende ronde vlak in het midden, negen het verborgen midden van het achtvlak? Waar staat dan die cirkel in dat midden voor? Verwijst die niet naar het daar boven afgebeelde 8 ledige kruis, acht segmenten verdeeld over vier kwadranten? Maar in ieder geval 4 x 3, dus 12 poorten in de ommuring van het binnen. Opnieuw, 12 poorten en 9 vlakken, ook in het ondermaanse. Blijkbaar zit er een verschil van drie? Waar staan die dan voor? De nog te begane drievoudige dynamiek, binnen de zeven als 4 reeds gerealiseerd plus 3 nog te realiseren fasen in de schepping?

Blijkbaar verhoudt de 12 ledige macrokosmos zich tot de 8 ledige microkosmos, met een mogelijkheid de negende in beeld te brengen via de geometrische tekening van een cirkel, een geraderd wiel, een 8 ledig rad dat je kan helpen om aarde en hemel, microkosmos en macrokosmos, al voortbewegend te kunnen verbinden. Maar wanneer boven en onder verbonden kunnen worden dan dient er iets of iemand te kunnen verbinden en wel dynamisch bewegend tussen hemel en aarde. Was dat niet Hermes (grieks) of Mercurius (latijn), maar waar staat Hermes in dit geheel, is er een teken dat ernaar verwijst? In het midden van de cirkel op het Binnenhof zien we wel het Lam als teken? Zou er een analogie bestaan tussen beide tekens, de één onzichtbaar en de ander al zichtbaar?

Zo op het eerste oog geen duidelijk teken van Hermes, maar waar moeten we die dan als teken aan relateren? Zo de dierenriem tekens gebeeld worden in specifieke tekens, zo ook werden de zeven klassieke planeten (zeven planeten, zeven stralen, zeven dagen, zeven geesten, zeven tijden, zeven zegels, zeven beden, etc,?) gebeeld in zeven specifieke tekens, online op wikipedia kan je de uitleg vinden. Zon en maan staan op de verticaal in een mogelijk te duiden context, evenwel valt er nog te puzzelen omtrent de posities van Mars in relatie tot Jupiter en Venus in relatie tot Saturnus, deze vier staan op het liggende diagonale kruis; hebben ze daar een functie in relatie tot de dynamiek van het rad? Bemiddelen de zeven planeten, gelegen tussen de 12 dierenriemtekens en het 8 ledige Rad of Wiel met haar 8 segmenten en vier kwadranten? Staan die zeven planeten in relatie tot die zeven stralen uit de allerhoogste driehoek?

Kijken we goed, dan zien we maar zes tekens, de reeds eerder vernoemde zon bovenin en de nieuwe maan onderin. Aan de lichtzijde, dus links van het kruis, staan respectievelijk in het linksboven kwadrant Mars en in het linksonder kwadrant Venus. Zo staan aan de donkere zijde, dus rechts van het kruis, respectievelijk in het rechtsboven kwadrant Saturnus en rechtsonder Jupiter. We hebben er zes, maar we zien nergens het teken van Mercurius staan. Aan de lichtzijde de zo genoemde binnenplaneten en aan de donkere zijde de buitenplaneten, met de aarde als hun relatieve midden. Waarom staan Venus en Mars aan de lichtzijde en Jupiter en Saturnus aan de donkere zijde? Verwijst het 8 ledige kruisvlak naar de aarde? Of verwijst de 8 ledige cirkel naar het nog onzichtbare mercuriusteken? Dat teken bestaat uit een cirkel met een kruis onderaan de cirkel, zoals bij het venusteken, maar dan met een éénderde cirkel, naar boven geopend, boven op de cirkel.

Het wordt nog zoeken, maar waar staat dan dat kruis voor, zowel in het venusteken als in het saturnusteken als in het mercuriusteken? Het kruis staat evenwel levensgroot in het midden van de cirkel en verdeelt de cirkel niet alleen in vier kwadranten en 8 segmenten, maar ook in vier ringen om het centrum, al of niet sferen en of fasen? In de loop van welke ontwikkeling? Een ontwikkeling vanuit het midden van het kruis, vanuit een nog onooglijk zwart puntje, wat langzaam maar zeker de wereld in beweging zet en doorstraalt, zie de prachtige discentrisch verlopende zwart gestreepte stralen, vanuit het midden naar de periferie van de cirkel, die hier echter niet door een lijn afgesloten en omsloten wordt, maar in open verbinding staan met de beweeglijke 5 planeten plus die ene centrale zon en de vaststaande zodiak tekens aan het firmament.

Van de buitenste 8-ledig gearceerde rand verlopen de ringen alsmaar buitenwaarts tot aan de periferie van het uitdijende heelal, van groter naar kleiner verlopend. Iets en of iemand van binnenuit heeft de wereldontwikkeling in beweging gezet en die beweging wordt 8 ledig in beeld gebracht in relatie tot onze werkelijkheid, een werkelijkheid die net zoals de zodiak tekens in het licht staan van de vier elementen, aarde, water, lucht en vuur, de vier zodiak tekens aan beide einden van de verticaal. Die vier zijn blijkbaar wezenlijk in de ontwikkeling aller werkelijkheid. Klassiek werden ze verbonden met de vier Rijken, respectievelijk: aarde / minerale rijk, water / plantenrijk, lucht / dierenrijk, vuur / mensenrijk. Men vindt ze elders op de website bij de wezensleden verder uitgewerkt (zie eerste dynagram). Het zijn wezenlijk vier kwalitatieve grondslagen, vier fasen in de ontwikkeling van onze aardewerkelijkheid.

Verwijst nu dit 8 ledige uitstralende kruisteken met de vier ringen en of fasen naar onze werkelijkheid. Ja zegt dan de titel van deze illustratie, het verwijst naar de signatuur aller dingen. Wat wil dat zeggen signatuur? Het betreft dus slechts, als 8 ledig kruis met een negende midden, een teken. Een heilig of heel makend teken waarmee de schepper zichzelf heeft afgebeeld en daarmee alle schepsels hun teken heeft gegeven, aldus Andreae, in navolging van Böhme. Wie dat teken leert lezen en of leert hanteren, kan daarmee de wordende werkelijkheid in al haar fundamentele dynamieken viseren en of visualiseren: in beeld brengen.

Welnu het is aan de mens dit rad, dit wiel waarin alle dynamieken vervat kunnen worden te leren hanteren opdat hemel en aarde weer verbonden kunnen worden, weer overbrugd kunnen worden, om zowel de kwantitatieve aardse dimensie als de kwalitatieve hemelse dimensie weer te doen integreren en wel op de polaire, verticale as, niet op de duale, horizontale as. De laatste draagt geen tekens, het gaat hier dus om de verticale dynamiek in beweging en in beeld te krijgen en nog eens radiaal uitstralend, dat wil zeggen een nog in ontwikkeling zijnde fase waarin de mens een centrale taak toebedeeld moet worden, gelijk aan die van de Hermes, de Mercurius, de bode tussen hemel en aarde. Vandaar dat Andreae het verwoord en samenvat als het kruis in zijn bol als het natuurrad van Mercurius, dat door alle drie de werelden of principes loopt en dat in het derde, aardse principe, onze werkelijkheid, door alle Rijken heengaat.

Welnu de onderzoeker van dit wonderlijke teken, symbool, hervindt het rad van Mercurius, het beweeglijke beelddenken, dat in staat is deze signatuur in aller werkelijkheid weer zichtbaar te maken. En wie dat zichtbaar kan maken, moet niet alleen alle drie principes in zich verenigen, bovenwereld, onderwereld en middenwereld, zoals afgebeeld in de titel-illustratie van de drie Principiën, maar ook de vier rijken en de vier elementen en de vier ethers in hun werkingen leren verstaan, opdat ooit de vijfde ring kan ontstaan, waarin de quinta essentia, de vijfde sfeer, het wezenlijke aan het licht dient te brengen. De vijfde fase, de vijfde van de zeven stralige werkelijkheid aldus Böhme.

Uit 1686 stamt de illustratie, die Jan Luyken verkoos voor de Nederlandse editie van de Aurora. Daar verkiest hij de Sofia, de goddelijke wijsheid, als een vrouwelijk element in het scheppingsgebeuren te beelden. Sofia omarmt figuurlijk de symbolen van het begin en het einde der tijden. De erin vervatte tekening van de cirkel met het staande kruis verwijst naar de rol van de Sophia, de Wijsheid in dit scheppende wordingsgebeuren aller werkelijkheid.

Böhme benoemt het als 'Spiegel der Wijsheid' (zie aldaar). Met dit teken, cirkel en staande kruis, wordt verwezen naar de wonderlijke diepte, de ongrond, het vrouwelijke, de Sophia, aller herkomst, maar het verwijst ook naar de wonderlijke hoogte, de wederkomst van de Christus, de zon, het 8 stralige goud en de Sophia, die weer uit de ongrond oprijst en de werkelijkheid haar vleugels verleent. Vleugels om je naar het licht te kunnen verheffen, gelijk de vleugels aan de voeten van onze Hermes.

De mens die de anima en de animus als evenwaardige vermogens innerlijk weer in gesprek brengt, staat aan de poort van een nieuwe geboorte: uit dit innerlijke huwelijk wordt het eeuwige zelf geboren en dit kruisteken in de cirkel staat dan ook voor het zelf tout court, aldus Carl Gustav Jung, die de mandala als een instrument van het zelf weer aan de orde stelde. Pas wanneer dit teken innerlijk geschouwd kan worden, is men in staat te zien wat de Sophia, in al haar wijsheid ons wil tonen, de quinta essentia. Het vijfde Rijk kan dan aanvangen aldus Böhme en in navolging toont Andreae ons dit instrument van de Hermes, het rad van Mercurius, als de weg die we van binnenuit te gaan hebben, pas dan ontdekken we de levensboom in ons als de levende stroom die vierledig ontspringt uit haar paradijselijke Bron.

De kwalitatieve dynamieken van het beeld worden dan ook mede bepaald door de kwalitatieve dynamieken van wat werd genoemd de primaire kwaliteiten, zijnde deze vier elementen. Wie die dynamieken weer leert schouwen, is in staat werkelijkheid in haar grondpatronen te doen herkennen en erkennen, te doen verkennen en bekennen. Kortom die mens herontdekt het instrument van de Sophia, zoals hierboven gebeeld door Andreae en hier links gebeeld in de illustratie van de Sophia. Op haar kleed staat in het midden een diagram met de vier elementen (in het midden van die vier staat Chaos), eromheen weer vier diagrammen, daar omheen 8 diagrammen en weer daaromheen 12 diagrammen. Stuk voor stuk de moeite waard om ze nog eens voor het voetlicht te brengen.

Rest ons, nog te verwijzen naar het midden van de cirkel in de 8 ledige ommuurde binnenhof met de 12 poorten. Daar ligt het Lam met zijn vaandel, als symbool van de verrezen Christus, die is nedergedaald en weer opgestegen, om ons de weg 'in navolging' te wijzen. Die weg vraagt wellicht nog het nodige, we zijn er nog bij lange na niet, want zie de kubus met zes vlakken, wordt hier slechts in twee van haar vlakken getoond. De kubus, de ruwe steen, die we zelf zijn, dient nog gevormd, ge-beeld-houwd te worden, opdat meer en meer de Wijsheid in ons gaat herleven en de levensstroom van binnenuit weer het hemelse Jerusalem zal kunnen gronden en bouwen, opdat bij het laatste oordeel de herborenen verzameld kunnen worden op de binnenhof, want niet alleen zo boven, zo beneden, maar evenzeer zo binnen zo buiten.

Vier keer beeldt Andreae in het verlengde van de vier kwadranten, buiten de sfeer van de 12 dierenriemtekens, het vurig brandende Hart aller harten; het bemiddelende vermogen wordt zowel van binnenuit, vanuit het Christogram, als vanuit de vier harten gevormd, zo binnen zo buiten of vice versa. In hoeveel stralen vermag dit brandende hart van binnenuit te stralen en te omstralen? Betreft het een twaalftal? In ieder geval staan de vier stralende harten weer in conjunctie met de vier elementen: Stier / aarde, Leeuw / vuur, Schorpioen / water, Waterman / lucht. Nog heel bijzonder is de aangebrachte belijning in de vier planeten tekens: Mars met verticale lijntjes, Venus met horizontale lijntjes, Saturnus met concentrische lijntjes en Jupiter met discentrische uiteen stralende lijntjes. Hoe minutieus spreekt hier het beeldend vermogen van de illustrator! Maar wat wil hij hiermee beelden? De dynamiek van de betreffende 4 planeten op het diagonale kruis? Er valt nog veel te ontsluiten.

In bovenste driehoek met de twee vleugels en de zeven stralen staat de naam, die met vier medeklinkers werd geschreven יהוה , jhwh (let wel de Hebreeuwse letters van achter naar voren lezend en jhwh van voren naar achteren), maar uit respect voor de heiligheid van de naam werd ze nauwelijks uitgesproken, slechts één keer per jaar. Hier echter heeft Andreae deze naam pront afgebeeld als het allerhoogste.

Nog onvermeld is de vlammende driehoek met de achtstralige zon in haar midden, zeer wel ook gevleugeld, men mag nu raden waar ze naar mag verwijzen? Diegene die in en vanuit het in vlammen staande hart van binnenuit vermag te herrijzen?

Tot slot heeft Andreae niet nagelaten om de De Signatura Rerum in een kruisvorm te beelden, evenwel Rerum, aller dingen, op de horizontale doorlopende dwarsbalk en Signa van het midden uit op de verticaal naar boven geschreven en Tura van het midden uit op de verticaal naar beneden geschreven. De horizontale balk is aan de bovenzijde licht en aan de onderzijde donker, zo ook het bovenste deel van de verticaal, die is licht en het onderste deel donker. Er is dus een dynamiek van donker naar licht, zowel in de cirkel van rechts naar links, als in de kruisvorm van onder naar boven.

De wijze waarop Michael Andreae deze illustratie gebeeld heeft, hebben we ooit vastgesteld en beschreven als een dynagram en wel in tegenstelling tot het diagram. We kunnen dat relateren aan de wijze waarop hij de tekens heeft gepositioneerd. Voor een verdere uitwerking zie diagram en dynagram. Maar dan zijn we er nog niet.

In alles Beeldt het Beeldende haar Beeld in een Kruisvorm, evenwel dient hier de verticaal nog een midden te verwerven, wie of wat staat in deze op, dat op geheel eigen wijze te willen bemiddelen. Want in ieder huist het vermogen en de kracht te beelden, daartoe dient het symbool als een werkelijkheid beider werelden te kunnen overbruggen, weer tot leven gebracht te worden. Bij deze een kleine aanzet en een uitnodiging dit te completeren.