Kernwaarden

Artes Sophiae is ingericht conform een netwerk organisatie; trainingen en opleidingen worden uitgevoerd door zelfstandig gevestigde professionals die in interdisciplinair verband samenwerken.

De inhoudelijke kwaliteit van onderzoek en training wordt systeem dynamisch gevalideerd. Dit houdt in, dat de kennis die overgedragen wordt of de kennis waarop een training gebaseerd is, berust op systeem dynamische grondslagen (onderbouwd vanuit de kentheorie). De grondslagen, de methode en de bruikbaarheid van het systeem dynamische model is op haar beurt weer getoetst aan vigerende modellen uit diverse wetenschappelijke disciplines. Om dit speels toe te passen zijn de kernwaarden van artes Sophiae op onderscheiden wijzen in kaart gebracht. Ter referentie hebben we de 16 principes van Earth Charter systeem dynamisch gemodelleerd. Zie hieronder.

Kernwaarden artes Sophiae Earth Charter Nederland

De professionele uitvoering van training en opleiding wordt hier uitgeschreven in een gedragscode, waaraan elke zelfstandige professional binnen artes Sophiae zich dient te houden. Uiteraard is vakbekwaamheid in het systeem dynamische erfgoed een eerste vereiste.

Verder voert ArtesS desgewenst eigenstandig of in opdracht van derden onderzoek uit. Ook dit onderzoek dient zich te houden aan de gedragscode.

De gedragscode is opgebouwd uit de volgende 4 kernwaarden: Vertrouwelijkheid, onafhankelijkheid, objectiviteit en integriteit. Deze 4 kernwaarden worden uitgewerkt in 16 sleutelbegrippen. Deze vier kernwaarden met de 4 x 4 sleutelbegrippen worden uitgewerkt in een systeem dynamisch model. Deze sleutelbegrippen zijn rond om de kernwaarden gepositioneerd. Deze 16 sleutelbegrippen trachten de essentie van de vier kernwaarden nader te bepalen en te omschrijven.

Op basis van de sleutelbegrippen wordt de essentie en het verband binnen de waardenhiërarchie concreet en visueel in beeld gebracht. In het model is de juiste positionering van de vier kernwaarden in cirkels weergegeven. Elke cirkel wordt onderverdeeld in vier kwadranten, daar worden de sleutelbegrippen per kwadrant gepositioneerd. De posities van deze kwadranten zijn in dit model numeriek opvolgend:

Rechtsonder, rood, kwadrant 1 met als kernwaarde vertrouwelijkheid, sleutelbegrippen 1-4.

Linksonder, geel, kwadrant 2 met als kernwaarde onafhankelijkheid, sleutelbegrippen 5-8.

Linksboven, blauw, kwadrant 3 met als kernwaarde objectiviteit, sleutelbegrippen 9-12.

Rechtsboven, groen, kwadrant 4 met als kernwaarde integriteit, sleutelbegrippen 13-16.

De ruimtelijke posities in het systeem dynamisch model zijn analoog opgebouwd en zo geconstrueerd dat elk sleutelbegrip met een ander sleutelbegrip in eenzelfde positie op haar analoge betrekkingen onderzocht kan worden. Bijvoorbeeld een sleutelbegrip in kwadrant 1, van veld 1, is qua positie, analoog aan elk ander sleutelbegrip in kwadrant 1 van veld 2, 3 en 4. Het voordeel hiervan is dat de samenhang tussen de verschillende posities zichtbaar wordt. Bovendien kunnen alle constructieve en of destructieve interferenties tussen alle 16 sleutelbegrippen systematisch onderzocht worden. Een systeem dynamische benadering van deze kernwaarden en de betreffende sleutelbegrippen waarborgen een noodzakelijke volledigheid. Zonder een helder systeem dynamisch gevalideerde hiërarchie van waarden c.q. waardeveld, bestaat het concrete gevaar in een procedureel doolhof te verzanden.

De kracht van een systeem dynamisch model komt pas tot zijn recht door het vermogen te trainen, onderscheiden modellen uit diverse disciplines, compatible te leren denken en werken. Daartoe wordt het aanbod opgesplitst in twee stromen. Die voor 'users' (artes-fronesis) en die voor 'builders' (artes-sophia), vandaar het onderscheid tussen training en opleiding, zie aldaar.

Een omschrijving van de 16 sleutelbegrippen

Vertrouwelijkheid

1. Contractuele verbinding.

De opdrachtbevestiging is een belangrijk document hetgeen niet mag ontbreken. Het is een contractuele verbintenis waarin onder andere de bepalingen van vertrouwelijkheid vooraf vastgelegd worden.

2. Beperkte informatie-uitwisseling.

De beperkte informatie-uitwisseling houdt in, dat er uitsluitend voor beroepsmatige doeleinden informatie-uitwisseling mag plaatsvinden, die contractueel vastgelegd zijn in een opdrachtbevestiging.

3. Fysieke informatiebeveiliging.

De fysieke beveiliging is met name gericht op toegangsmogelijkheden tot in- en externe archieven met betrekking tot het te voeren onderzoek en andere vertrouwelijke gegevens.

4. Geheimhouding.

Geen informatie- uitwisseling van al hetgeen de beroepsbeoefenaar bij zijn beroepsmatig en zakelijk handelen als geheim is toevertrouwd of wat hem daarbij als vertrouwelijke aangelegenheid ter kennis is gekomen.

Onafhankelijkheid

5. Relationeel belang.

De beroepsbeoefenaar is onafhankelijk van de bij het object van onderzoek betrokken personen. In feite is na te gaan of er bij de werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar relaties (bloedverwantschap e.d.) liggen die de onafhankelijkheid kunnen aantasten.

6. Financieel belang.

De beroepsbeoefenaar heeft geen financieel belang ten aanzien van bepaalde resultaten, die beïnvloed worden door het object van onderzoek. De onafhankelijkheid mag niet aangetast worden door eventuele financiële belangen.

7. Informatie/kennisbelang.

De beroepsbeoefenaar heeft geen informatie of kennisbelang voortvloeiend uit het onderzoek. De onafhankelijkheid mag niet aangetast worden door eventuele informatie of kennisbelangen. Informatie of kennis uit zich in een concrete situatie waardoor het belang zichtbaar wordt.

8. Functioneel belang.

De beroepsbeoefenaar is vrij van functionele belangen die zijn onafhankelijkheid in het onderzoek kunnen beïnvloeden. Te behalen resultaten mogen het onafhankelijke onderzoek niet beïnvloeden. Het functioneel belang is ondergeschikt aan de onafhankelijkheid.

Objectiviteit

9. Waarnemen.

Het aselect verzamelen van data waarborgt een objectieve waarneming van de feitelijke bevindingen. In het onderzoeksdossier dat ten grondslag ligt aan de verklaring, wordt vastgelegd hoe data aselect verkregen zijn. Op basis van deze vastlegging is het mogelijk om procedureel te controleren of de waarneming van de beroepsbeoefenaar objectief is geweest.

10. Beeldvorming.

De beeldvorming komt objectief tot stand op het moment dat op basis van dezelfde data dezelfde conclusie getrokken kan worden. De beeldvorming op basis van feiten heeft een subject betrokken karakter. Het intercollegiaal toetsen is een manier om helder te krijgen of de beeldvorming op basis van een dataset uniform en correct tot stand komt.

11. Begripsvorming.

Op basis van een analyse en de uitkomst van de aselect uitgevoerde waarneming, wordt selectief data verzameld. De selectie is gebaseerd op vaktechnische procedures. Binnen de begripsvorming komt met name door vaktechnische overwegingen en professional judgement een objectieve selectie van data tot stand.

De vaktechnische overwegingen worden aantoonbaar vastgelegd in het onderzoeksdossier. Op basis van deze vastlegging is het mogelijk om procedureel te controleren of de begripsvorming van de beroepsbeoefenaar objectief en van vaktechnische aard is geweest.

12. Hiërarchie

De vaktechnische competenties worden binnen een hiërarchie gewaarborgd. Er is geen doorstroom mogelijk zonder de vooraf vastgestelde resultaten van de verplichte graden van de opleiding behaald te hebben. De onderschikkende toetsing van de verrichte werkzaamheden binnen een hiërarchische organisatie waarborgt voor een groot deel de objectiviteit van het onderzoek. De ondergeschikte toetsing kan procedureel gecontroleerd worden op basis van vastlegging in het dossier.

Integriteit

Integriteit is het naar eer en geweten denken en handelen. Hier worden 4 aspecten belicht waaraan een professional moet voldoen.

13. Mate van zelfkennis

Weten wanneer je deskundigheid, respectievelijk professionele en/of persoonlijke grenzen bereikt zijn. Het omgaan met je beperkingen in die zin dat je naar eer en geweten kunt blijven handelen. Naast het wat wordt het wie bemiddeld door een hoe. Een professional blijft leerbaar.

14. Mate van onschendbaarheid

Met een zuiver geweten kun je trachten zuiver te handelen, hierbij is het van belang verkeerde situaties, personen of gedragingen te vermijden. Indien onverhoopt toch een schending plaats vindt inzake de gedragscode dan dient de beroepsbeoefenaar zelf of een collega hiervan melding te maken. Dit vergt moed en kracht, zonder een integer geweten kan dat niet of zeer moeizaam tot stand komen.

15. Mate van bezonnenheid

Zorgvuldig en voorzichtig handelen; in de praktijk komt dit o.a. tot uiting wanneer de beroepsbeoefenaar uitspraken doet jegens de cliënt. Bij voorzichtig en zorgvuldig handelen wordt uitsluitend bij redelijke tot hoge mate van zekerheid uitspraak gedaan. Hierbij dient de beroepsbeoefenaar volledig achter zijn uitspraak te staan en zijn redenatie op grond van argumenten te kunnen onderbouwen.

16. Mate van zuiverheid

Een rechtvaardige en oprechte persoonlijkheid dient naar eer en geweten te handelen. De zuiverheid van de beroepsbeoefenaar is van groot belang in het dagelijks handelen, de beroepsbeoefenaar streeft naar een optimaal resultaat, mede op basis van zijn verworven hard skills en soft skills.

De uitwerking van deze kernwaarden kwam tot stand middels het onderzoeksrapport van ruben vandeursen in opdracht van BDO in het kader van het opzetten van een schendingen en maatregelen register, om het dynamische spanningsveld tussen wet en werkvloer systeem dynamisch in kaart te brengen.